De bruid van Christus

In de studie Bruid & Bruidegom (pdf) wordt uitgebreid ingegaan op de vraag of de Gemeente (de”kerk”) wel of niet de Bruid van Christus is, en welke plaats Israël inneemt. De auteur onderzoekt in 33 pagina’s uitvoerig hoe het begrip “Bruid” in de Bijbel wordt gebruikt, en maakt onderscheid tussen het oude Verbond en het nieuwe Verbond. Hieronder volgt een  samenvatting.

Aanleiding en doel van de studie

De schrijver merkt op dat veel gelovigen als vanzelfsprekend aannemen dat de Gemeente de Bruid van Christus is. Die aanname rust vaak op bepaalde, niet altijd Schrift-gebaseerde tradities. Hij wil daarom systematisch vanuit de Bijbel onderzoeken of het klopt, zonder voorafgaande vooronderstellingen.

Israël en het oude verbond

In het Oude Testament presenteert de auteur Gods verbond met Israël (de “Wet van Mozes”) als een “huwelijksrelatie.” God stelt zich voor als “Jehova, uw God” (in Nederlandse vertalingen vaak “de HEERE”) en Israël wordt door die wet aan Hem verbonden. Het volk gaat als het ware “ondertrouwd” als ze uit Egypte trekken, en bij de Sinaï wordt door Israël vier keer “ja” gezegd tegen Gods voorwaarden (Ex. 19:8; 24:3,8; Deut. 5:27). Dat is het moment waarop het huwelijk formeel tot stand komt.

Ontrouw van Israël

Na het sluiten van het verbond laat Israël andere goden toe. Deze afgoderij wordt in de profeten beschreven als overspel en hoererij. Gods waarschuwing (“Ik ben een na-ijverig/jaloers God,” Ex. 20:5) illustreert dat Hij geen andere ‘mannen’ naast Zich duldt. Het Oude Testament staat vol passages waarin God klaagt over Israëls hoererij (bijv. Ezechiël 16). Deze ontrouw verbreekt feitelijk de eenheid tussen God (de echtgenoot) en Israël (de vrouw).

Beëindiging van het oude verbond

De auteur wijst op vier manieren waarop de wet – en dus de huwelijksrelatie – kan eindigen:

  1. Ideaal: voor eeuwig – Het huwelijk is in Gods bedoeling iets blijvends.
  2. Als de vrouw (Israël) overspel pleegt, is het huwelijk wezenlijk verbroken.
  3. De man kan zijn vrouw wegsturen met een scheidbrief (Deut. 24:1). Dit gebeurde voor het tienstammenrijk (de “afgekeerde Israël” die Assyrië in ging; Jer. 3:8).
  4. Door de dood. De wet heeft alleen zeggenschap zolang de man leeft (Rom. 7:2–4). Toen Christus stierf, eindigde het verbond voor Juda (het tweestammenrijk). Israël wordt zo ‘weduwe’, vrij van de wet en vrij om opnieuw te huwen.

Israël en het nieuwe verbond

Een nieuw huwelijk. Jeremia 31 (vers 31–34) kondigt een nieuw Verbond aan “met het huis van Israël en met het huis van Juda,” niet zoals het oude verbond bij de Sinaï. De auteur benadrukt dat dit nieuwe Verbond ook weer een huwelijk is, maar nu eeuwig. God zal Zijn Wet niet meer op stenen tafelen schrijven, maar in hun hart. Israel zal Hem van harte willen dienen omdat ze wedergeboren zullen zijn. Zonden worden vergeven, en er zal echte gemeenschap met de HEERE zijn.

Herstel van alle twaalf stammen

Het nieuwe verbond richt zich op zowel Israël (de tien stammen) als Juda (de twee stammen). Hoewel de tien stammen een scheidbrief kregen en de twee stammen door de dood van de Messias feitelijk ‘weduwe’ werden, belooft God beide samen te brengen in een “nieuw” Israël (zie o.a. Ezechiël 37 en Jeremia 31). De profeet Hosea’s huwelijk met Gomer wordt gezien als type: hun eerste huwelijk gaat ten onder, maar Hosea hertrouwt haar. De Schrift spreekt van een ‘ander’, nieuw huwelijk.

Bruid en Bruidegom in het Nieuwe Testament

Bruid = Nieuw Jeruzalem
De term “bruid” komt in het Nieuwe Testament niet in de brieven van Paulus of Petrus voor als aanduiding van de Gemeente. We lezen pas in Openbaring 21:2 en 21:9 dat het “nieuwe Jeruzalem” wordt getoond “als een bruid, die voor haar man versierd is.” Aangezien Jeruzalem de hoofdstad van Israël is, belichaamt die stad hier het totaal van een hersteld, wedergeboren Israël onder het nieuwe Verbond.

Het duizendjarig rijk als bruiloft
Uit Openbaring 19 blijkt dat de “bruiloft van het Lam” begint wanneer Christus Zijn koningschap aanvaardt. Dat koninkrijk (van 1000 jaar) is volgens de auteur de bruiloftsperiode. De bruid, Israël, wordt daarna in Openbaring 21 als het “Nieuwe Jeruzalem” op de nieuwe aarde getoond. De eigenlijke “presentatie” van de bruid is dus na de duizend jaren.

De Gemeente (het Lichaam van Christus)

Niet de Bruid
De auteur benadrukt dat er geen vers is dat de Gemeente rechtstreeks “de Bruid” noemt. In de brieven van Paulus wordt de Gemeente telkens “het lichaam van Christus” genoemd. De Gemeente heeft nu al gemeenschap met Christus (als Lichaam met het Hoofd). De Bruid wacht op de toekomst wacht om die gemeenschap  aan te gaan.

Verwarring door vervangingstheologie
Een veelgehoord idee is dat de Gemeente in de plaats van Israël is gekomen (“vervangingstheologie”), waardoor beloften aan Israël op de Gemeente worden toegepast. De schrijver wijst dit af en stelt dat de Bijbel die toekomstige beloften blijft toeschrijven aan een hersteld en gelovig Israël, niet aan de Gemeente.

Israël was en zal weer de Bruid zijn

Het oude verbond presenteerde Israël als echtgenote van God (Jehova). Door ontrouw en dood werd dat verbond beëindigd. Onder het nieuwe verbond zal een wedergeboren Israël echter opnieuw een bruid zijn — nu van de opgestane Christus.
De Gemeente is het Lichaam van Christus, niet de Bruid.

Er is geen grond in het Nieuwe Testament om de Gemeente “Bruid” te noemen. Zij is één met Christus als Lichaam en Hoofd (een ander bijbels beeld), met reeds bestaande gemeenschap.

Het nieuwe Jeruzalem

De uiteindelijke openbaring van de Bruid vindt plaats aan het einde van de 1000 jaren in Openbaring 21: het nieuwe Jeruzalem dat van God uit de hemel daalt. Hier voltrekt zich het eeuwige en onbreekbare huwelijk tussen de Heer en Israël.

Samengevat

  1. Het Oude Testament schildert Israël als de vrouw van God onder de Sinaï-wet, maar die relatie werd door ontrouw beëindigd.
  2. Het Nieuwe Testament beschrijft hoe Christus’ dood de weg vrijmaakt voor een nieuw en eeuwig verbond met een hersteld Israël, dat de Bruid van het Lam is.
  3. De Gemeente als Bruid” is een theologische misvatting: de Gemeente is het Lichaam van Christus, terwijl Israël in de toekomst als volk de bruidsrol vervult.

Schrift en belijdenis?

Belijdenisgeschriften 


In het boek “Schrift en belijdenis?” onderzoekt Harold Grevers de gereformeerde belijdenisgeschriften en vergelijkt deze met de Bijbel. Hij stelt de vraag of het gerechtvaardigd is om naast de Bijbel een belijdenis te hebben en of de gereformeerde belijdenisgeschriften volledig in overeenstemming zijn met de Bijbel.

Geschiedenis

Grevers geeft eerst een korte geschiedenis van de Reformatie en het ontstaan van de gereformeerde belijdenisgeschriften. Hij bespreekt de drie sola’s van de Reformatie: alleen door het geloof, alleen door Gods genade en alleen door de Schrift. Hij bespreekt ook de opkomst van de wederdopers en hun invloed op de totstandkoming van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Niet in overeenstemming

Vervolgens bespreekt Grevers de drie belijdenisgeschriften: de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Dordtse Leerregels en de Heidelbergse Catechismus. Hij onderzoekt verschillende artikelen uit deze geschriften en vergelijkt ze met de Bijbel. Hij concludeert dat er meerdere punten zijn waar de belijdenisgeschriften niet in overeenstemming zijn met de Bijbel.

Grevers bespreekt ook de rol van de kerkenraad en de sacramenten in de gereformeerde traditie. Hij stelt dat de kerkenraad niet in overeenstemming is met de Bijbelse structuur van de gemeente en dat de sacramenten geen genademiddelen zijn.

De uitverkiezing

Ten slotte bespreekt Grevers de leer van de uitverkiezing en verwerping. Hij concludeert dat deze leer niet in overeenstemming is met de Bijbel en dat de Bijbel leert dat God alle mensen wil redden.

De Bijbel alleen

Grevers besluit zijn boek met een oproep om terug te keren naar de Bijbel en de belijdenisgeschriften kritisch te onderzoeken. Hij benadrukt dat de Bijbel het enige onfeilbare richtsnoer is voor het christelijk geloof.

Lees: Schrift en belijdenis? (pdf)

“De Bruid” als vervangingsleer deel 2

Deel 2 waarin we kijken wat het nieuwe Testament zegt over de bruid, de bruidegom en de bruiloft.  Deel 1 staat hier.

Nieuwe Testament

Bruid, bruidegom en bruiloft

Deze woorden vinden we alleen in de Evangeliën en Openbaring.

Mattheüs 9:15  En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten. (Markus 2:18-22 en Lukas 5:33-35)

Mattheüs 22:1-14 Gelijkenis van de koninklijke bruiloft
Mattheüs 25:1-13 Gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes

Lukas 12:36 En zijt gij den mensen gelijk die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen.

Johannes 2:1-12 Jezus verandert water in wijn op een bruiloft
Johannes 3:29 Johannes de Doper is de vriend van de bruidegom

Openbaring 19:7 en 8 (bruiloft)
Openbaring 21:2 en 9-14, (bruid, vrouw van het Lam)
Openbaring 22:17 (de Geest en de bruid)

Teksten uit de brieven die worden gebruikt om de gemeente als bruid te zien

2 Corinthiërs 11:2
Want ik ben ijverig over u met een ijver Gods; want ik heb ulieden toebereid om u als een reine maagd aan één Man voor te stellen, namelijk aan Christus.

Efeze 5:22-32 Hier gaat het niet om een bruid maar om een vrouw. De gemeente is het lichaam van van Christus. Dat is het geheimenis van het huwelijk: de eenheid tussen man en vrouw.

Wat is er mis mee om de gemeente als bruid te zien?

  • De Bijbel gebruikt dit beeld niet om de gemeente aan te duiden. In de brieven vinden we wel andere beelden zoals:
    De gemeente is het lichaam van Christus (Hij het hoofd),
    Wij zijn de ranken (Hij de wijnstok),
    Wij zijn levende stenen die gebouwd worden tot een tempel. De beelden die voor de gemeente gebruikt worden, laten zien dat er gemeenschap is tussen de gelovigen en Christus. Een bruid heeft nog GEEN gemeenschap met de man, maar ziet daar alleen verlangend naar uit.
  • Een bruid maakt zichzelf mooi voor haar toekomstige bruidegom. Deze druk om onszelf te reinigen en op te poetsen wordt vaak ook op de gemeente gelegd. Maar in werkelijkheid is het Christus Die ons reinigt en heiligt zoals Efeze 5:26 aangeeft.
  • Het bevordert de gedachte van de vervangingstheologie. Een beeld wat voor Israël is bedoeld, wordt toegepast op de gemeente.
  • Het koppelt de avondmaalsbeker aan een romantisch idee over een bruidegom die een beker wijn aan de bruid geeft. MAAR de Bijbel geeft zelf aan wat de betekenis van de avondmaalsbeker is.
    (Matth. 26:17-30, Mark. 14:23, Luk. 22:14-20, 1 Kor. 10:16-17 en 11:23-26)
    Als we al typologie toepassen dan moeten we deze beker verbinden met de viering van het Pascha, de uittocht uit Egypte, het bloed aan de deurposten.

Vandaag de dag doen verhalen de ronde over “De Galilese bruiloft.” Als zou dat een blauwdruk zijn voor wat de Bijbel erover meldt in het nieuwe Testament.

Schrijver van “Before the wrath” over hoe hij de Galilese bruiloft ontdekt heeft:

Maar hoe waren hun huwelijkstradities vóór de val van de Tempel? Dit is geen gemakkelijke vraag om te beantwoorden, omdat maar weinig historici er iets over hebben vastgelegd. En waarom zouden ze? Waarom zouden ze waardevolle ruimte verspillen aan een dure boekrol waarin de kleine tradities van boeren en vissers in het noorden van Judea zijn vastgelegd? Daarom is er gewoon niet veel historische informatie beschikbaar.
Het probleem was dat bijna alle beschikbare informatie over Galilese bruiloften in het Nieuwe Testament van de Bijbel stond.
Dus moest ik teruggaan – ver terug – voordat de Romeinen de Tempel van Herodes in brand staken. Ik moest naar de stukjes en beetjes van moderne en middeleeuwse Joodse bruiloften kijken en alles opzij zetten wat ze in de loop van de eeuwen van hun verspreiding hadden toegevoegd. Wat overbleef is waar ik begon.

Buiten de Bijbel zijn bronnen over dit onderwerp schaars, maar er waren er genoeg om een ​​nieuw stel lenzen uit te slijpen om te zien wat Jezus zei – vooral toen Hij over een bruiloft sprak. Dus zette ik deze nieuwe bril op en begon rond te kijken. Geleidelijk aan begon ik verwijzingen op te merken naar de Bruiloft, de Bruid, de Bruidegom en de Vrouw die ik in al mijn jaren van Bijbellezen eenvoudigweg had gelezen. Op het eerste gezicht leken de beelden mysterieus en afstandelijk – bloemrijke symbolen met betekenissen gehuld in een donkere spirituele mist die alle aardse penetratie te boven gaat.
Terwijl ik dit boek schreef, heb ik een paar hypothetische situaties gecreëerd (de huwelijksprocessie, de aankomst van de karavaan, enzovoort) om de lezer onder te dompelen in het dagelijkse leven en de denkprocessen van de mensen uit de tijd van Jezus. Deze scenario’s zijn tot op zekere hoogte geïdealiseerd en gaan uit van een zekere mate van romantiek, humor, mooi weer, beschikbare middelen en samenwerking binnen het gezin.

Als we het Woord laten spreken, en konsekwent Schrift met Schrift vergelijken, moet duidelijk zijn op wie de ‘bruidsmetafoor’ van toepassing is.

“De Bruid” als vervangingsleer deel 1

Hoe een Telegram post een studie ontketent 🙂 Ik liep tegen deze afbeelding aan en de raderen gingen draaien.

Het kwam binnen als een New-age achtig aandoend spiritueel tafereel.

Ik realiseer me dat ik met deze studie mensen tegen de haren in ga strijken. Het romantische beeld van een bruid die door haar bruidegom opgewacht wordt is herkenbaar. Dat plaatje heeft geen verdere uitleg nodig. Het is geen rare gedachte dat kinderen van God innig van de Here Jezus houden, omdat Hij Zich uit volmaakte liefde helemaal vrijwillig heeft gegeven om hen te verlossen van de macht van de zonde en de dood.

Wat zegt de Bijbel? Wie is toch die Man, wie is de Bruidegom, en wie is de bruid? Klopt het beeld dat dikwijls geschetst wordt, dat de gemeente van Jezus Christus Zijn bruid is?

Geeft de Bijbel ruimte om een huwelijksverwachting voor de gemeente in de Schrift in te lezen?

Wat ik eerst en vooral wil doen is de ‘huwelijksteksten’ uit het oude Testament laten spreken.

Zij gaan specifiek over de huwelijkse staat, ontrouw, scheiding en tenslotte herstel van het volk in relatie met God

Citaten uit de Statenvertaling.

Ezechiel 16:

2 Mensenkind, maak Jeruzalem haar gruwelen bekend, 3 En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE tot Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het land der Kanaänieten; uw vader was een Amoriet, en uw moeder een Hethitische.4 En aangaande uw geboorten: ten dage als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windelen gewonden.5 Geen oog had medelijden over u, om u een van deze dingen te doen, om zich over u te erbarmen; maar gij zijt geworpen geweest op het vlakke des velds, om de walgelijkheid van uw ziel, ten dage toen gij geboren waart.6 Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef.7 Ik heb u tot tienduizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid en groot geworden en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; uw borsten zijn vast geworden en uw haar is gewassen, doch gij waart naakt en bloot.8 Als Ik nu bij u voorbijging, zag Ik u, en zie, uw tijd was de tijd der minne; zo breidde Ik Mijn vleugel over u uit en dekte uw naaktheid; ja, Ik zwoer u en kwam met u in een verbond, spreekt de Heere HEERE, en gij werdt Mijne.9 Daarna wies Ik u met water, en Ik spoelde uw bloed van u af, en zalfde u met olie.10 Ik bekleedde u ook met gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen, en omgordde u met fijn linnen en bedekte u met zijde.11 Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen en een keten aan uw hals.12 Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid op uw hoofd.13 Zo waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding was fijn linnen en zijde en gestikt werk; gij at meelbloem en honing en olie; en gij waart gans zeer schoon en waart voorspoedig, dat gij een koninkrijk werdt.14 Daartoe ging van u een naam uit onder de heidenen om uw schoonheid; want die was volmaakt door Mijn heerlijkheid, die Ik op u gelegd had, spreekt de Heere HEERE. 15 Maar gij hebt vertrouwd op uw schoonheid en hebt gehoereerd vanwege uw naam, ja, hebt uw hoererijen uitgestort aan eenieder die voorbijging; voor hem was zij.

Jeremia 2

1 EN des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:2 Ga en roep voor de oren van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid uwer jeugd, der liefde uwer ondertrouw, toen gij Mij nawandeldet in de woestijn, in onbezaaid land.

Lees meer