Romeinen 9 en uitverkiezing (2)

Romeinen 9 is een van de meest controversiele hoofdstukken in de Bijbel. Dat komt door de uitspraak:

Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.

Romeinen 9:13

“Haat”

Om dit beter te begrijpen, is het belangrijk om te kijken naar hoe de Bijbel het woord ‘haat’ gebruikt. Vaak betekent het niet letterlijk afwijzing, maar eerder een voorkeur. Jezus zegt bijvoorbeeld in Lucas 14:26 dat wie Hem wil volgen, zijn vader en moeder moet haten. Natuurlijk bedoelt Hij niet dat we onze familie moeten verafschuwen. Hij stelt dat onze toewijding aan Hem groter moet zijn dan aan wie dan ook. Op dezelfde manier kan Gods “haat” voor Esau worden gezien als een manier om Zijn keuze voor Jacob te benadrukken. Wat dus niet betekent dat Esau werd veroordeeld al voordat hij geboren was.

Redding of roeping

Daarnaast is de vraag of dit vers over redding of over een specifieke roeping gaat van groot belang. Vaak wordt aangenomen dat God Jacob uitkoos voor de hemel en Esau voor de hel. Maar als je kijkt naar de bredere context, zie je dat deze uitspraak niet alleen over de twee broers gaat. Het gaat primair over de volken die uit hen voortkwamen: Israël en Edom. In Genesis 25 zegt God tegen Rebekka dat er twee naties in haar baarmoeder zijn en dat de oudste de jongste zal dienen. Dit maakt duidelijk dat de woorden over Jacob en Esau niet alleen over hen als personen gaan, maar vooral over hun nakomelingen.

Dit wordt nog duidelijker als je beseft dat Paulus in Romeinen 9 citeert uit het boek Maleachi. Daar spreekt God over het lot van de Edomieten. Dat is het volk dat van Esau afstamt. Deze woorden werden uitgesproken 1500 jaar na de dood van Esau en hebben niets te maken met een voorbestemde afwijzing van Esau als individu. Het gaat hier om Gods oordeel over de Edomieten als natie.  Zij waren Israël vijandig gezind waren en hebben hen hen meerdere keren aangevallen en naar het leven gestaan.

Willekeur of reden

Dat brengt ons bij de vraag of Gods keuze volledig willekeurig was, of dat er een reden achter zat. Sommige theologen (Calvinisme) stellen dat God zonder enige reden bepaalde mensen kiest voor redding en anderen voor verdoemenis. Maar als je kijkt naar de bredere Bijbelse context, zie je dat Gods oordeel vaak gebaseerd is op het hart, de houding en daden van mensen en volken. In Maleachi wordt Gods veroordeling van Edom gekoppeld aan hun agressie tegen Israël. Dit sluit mooi aan bij de belofte die God aan Abraham gaf: “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken.” Dit laat zien dat Gods oordeel over Esau en de Edomieten niet willekeurig was, maar een reactie op hun daden.

Op grond van geloof

De kern van Romeinen 9 draait niet om wie voorbestemd is voor de hemel en wie voor de hel. Paulus legt uit dat Gods soevereiniteit bepaalt hoe Zijn verbond tot stand komt. De Israëlieten dachten dat ze automatisch recht hadden op Gods zegen, simpelweg omdat ze afstammelingen waren van Abraham. Paulus corrigeert dat idee door te laten zien dat God Zijn plan niet baseert op afkomst of menselijke inspanningen, maar op Zijn eigen belofte en keuze. Hij bepaalt wie onderdeel wordt van Zijn verbond. Dat is niet door werken, maar op grond van geloof.

Voor alle mensen

Dit betekent niet dat God willekeurig mensen uitsluit van Zijn genade. De hele Bijbel laat zien dat Hij liefdevol en rechtvaardig is, en dat Hij wil dat alle mensen tot bekering komen. De nadruk in Romeinen 9 ligt hier op, dat Gods plan niet wordt beperkt door menselijke inspannningen of verwachtingen. Hij werkt op een manier die soms verrassend en onbegrijpelijk kan lijken, maar die uiteindelijk altijd gericht is op Zijn grotere doel: redding en verzoening voor de wereld. Door deze Bijbeltekst in de juiste context te laten staan, wordt duidelijk dat Gods liefde en rechtvaardigheid perfect samengaan. Hij kiest mensen en volken voor specifieke taken of doelen. Zijn uiteindelijke doel is om Zijn genade bekend te maken. Het gaat hier niet over een ondoorgrondelijke, willekeurige veroordeling van sommige mensen, maar over de manier waarop God Zijn belofte aan en via Abraham vervult en Zijn reddingsplan uitvoert.

Romeinen 9 en uitverkiezing

In deze blog duiken we in de boodschap van de video van Sam Shamoun over Romeinen 9, waarin hij een diepgaande exegese van de tekst geeft en zich richt op de leerstellige implicaties. De video bespreekt vooral hoe Romeinen 9 vaak wordt misbegrepen, met name in relatie tot doctrines zoals het calvinisme, en hoe Paulus in werkelijkheid een veel bredere boodschap over Gods genade en rechtvaardigheid verkondigt.

Paulus’ hartzeer over Israël

De passage begint met Paulus die verklaart dat hij diepe droefheid en onophoudelijke pijn in zijn hart heeft (Romeinen 9:1-5). Hij is zo begaan met zijn volksgenoten, de Israëlieten, dat hij bereid zou zijn om zelf vervloekt en afgescheiden van Christus te worden als dat zou betekenen dat zij gered zouden worden. Dit toont een intense, opofferende liefde – en roept direct een vraag op:

Als Paulus zo veel van Israël houdt, hoe kan het dan dat God hen lijkt te hebben verworpen?

Calvinistische theologen, zoals James White, stellen dat God alleen de uitverkorenen liefheeft en dat Christus alleen voor hen gestorven is. Maar als dat waar is, waarom heeft Paulus dan een diepere liefde voor de verloren Israëlieten dan, zo lijkt het, God zelf?

Paulus begint hier een verborgenheid te ontrafelen: als Israël zoveel zegeningen van God heeft ontvangen (het zoonschap, de glorie, de verbonden, de wet, de eredienst, de beloften, en zelfs Christus zelf die uit Israël kwam), hoe kunnen zij dan zijn verworpen? Heeft God gefaald?

De betekenis van Gods uitverkiezing

Paulus stelt in Romeinen 9:6-13 dat niet alle Israëlieten echt Israël zijn. Dit betekent dat fysieke afstamming niet voldoende is om deel uit te maken van Gods verbondsvolk. In plaats daarvan worden alleen degenen die geloven in Christus ware kinderen van Abraham.

Hij gebruikt Isaak en Ismaël als voorbeeld: hoewel beide zonen van Abraham waren, werd alleen Isaak de zoon van de belofte. Evenzo, binnen Isaaks nageslacht, werd Jacob gekozen boven Esau, niet vanwege goede of slechte daden, maar omdat God besloot door hem te werken.

Maar betekent dit dat God willekeurig mensen kiest voor redding en anderen veroordeelt tot verwerping? Hier betoogt de spreker van de video dat dit niet het geval is.

De keuze van Jacob boven Esau gaat niet over individuele redding, maar over nationale roeping: God koos Jacob (Israël) als het volk waardoor de Messias zou komen, niet omdat Hij Esau en zijn nageslacht haatte in absolute zin.

Gods Genade en rechtvaardigheid

Romeinen 9:14-18 stelt de vraag: Is God onrechtvaardig? Paulus antwoordt: Zeker niet! Hij citeert Exodus 33:19, waarin God zegt: “Ik zal genadig zijn voor wie ik genadig ben en barmhartig voor wie ik barmhartig ben.” Dit wordt vaak door calvinisten gebruikt om te zeggen dat God willekeurig mensen kiest voor redding, maar is dat wel wat Paulus bedoelt?

De context laat zien dat Gods genade niet exclusief is voor de uitverkorenen, maar dat Hij vrij is om Zijn barmhartigheid te tonen aan iedereen.

Paulus gebruikt ook het voorbeeld van de Farao, over wie God zegt: “Ik heb u opgewekt, opdat ik mijn kracht in u zou tonen.” Sommigen zien dit als bewijs dat God mensen voorbestemt tot verharding. Maar de video benadrukt een cruciaal punt:

God verhardde de Farao’s hart door hem genade te tonen! Elke keer dat God een plaag wegnam en de Farao de kans gaf om Israël vrij te laten, weigerde hij. De hardheid kwam als reactie op Gods goedheid.

Dit principe geldt voor iedereen: als iemand Gods genade blijft verwerpen, kan die persoon uiteindelijk verhard worden. Dit is niet gedwongen verwerping, maar een zelfgekozen proces.

Vaten van barmhartigheid en vaten van toorn

Romeinen 9:19-24 spreekt over de pottenbakker en de klei. Veel calvinisten gebruiken dit om te zeggen dat God sommige mensen voorbestemt tot vernietiging en anderen tot redding. Maar is dat wat Paulus bedoelt?

Jeremia 18, waar de pottenbakker-metafoor vandaan komt, laat zien dat God natiën kan omvormen op basis van hun reactie. Als een volk zich bekeert, zal God zich ontfermen. Dit betekent dat de “vaten van toorn” niet willekeurig voorbestemd zijn, maar worden gevormd door hun eigen ongeloof en opstandigheid.

Daarom wordt een “vat van toorn” niet gemaakt door Gods decreet, maar door een voortdurende afwijzing van Gods genade.

De vaten van barmhartigheid zijn niet willekeurig gekozen individuen, maar zij die Gods genade in geloof ontvangen.

Het einde van Romeinen 9: geloof als de sleutel

Paulus sluit hoofdstuk 9 af met een duidelijke conclusie:

“De heidenen die de gerechtigheid niet zochten, hebben gerechtigheid verkregen, namelijk de gerechtigheid die uit geloof is. Maar Israël, dat een wet tot gerechtigheid najaagde, heeft de wet niet bereikt.” (Romeinen 9:30-32)

Hier maakt Paulus duidelijk dat het niet gaat om voorbestemming zonder geloof, maar dat geloof de sleutel is.

Het probleem met Israël was niet dat ze niet uitverkoren waren, maar dat ze probeerden gerechtigheid te verkrijgen door de wet in plaats van door geloof in Christus.

Gods plan is voor iedereen

De video laat zien dat Romeinen 9 niet over een rigide calvinistische predestinatie gaat, maar over Gods soevereine keuze om door Israël te werken om uiteindelijk genade aan de hele wereld aan te bieden.

God verwerpt niemand willekeurig, maar biedt genade aan iedereen. De ware Israëlieten zijn niet degenen die fysiek afstammen van Abraham, maar zij die in Christus geloven.

Belangrijk

✔ Gods verkiezing in Romeinen 9 gaat over nationale roeping, niet individuele predestinatie.
✔ Farao’s hardheid was zijn eigen schuld; Gods genade werd verworpen.
✔ Vaten van barmhartigheid worden gevormd door geloof, vaten van toorn door ongeloof.
✔ Gods genade is voor iedereen beschikbaar – wie gelooft, ontvangt het.

Kortom: Romeinen 9 is een krachtige boodschap van hoop, geen bewijs voor een strenge, willekeurige predestinatie.

Gods liefde en Genade zijn bestemd voor iedereen die bereid is te geloven!

Kritiek op het Calvinisme

Het calvinisme is een invloedrijke stroming binnen het christendom die diepgeworteld is in de protestantse traditie. Het leert dat God soeverein alle gebeurtenissen heeft bepaald, inclusief de redding van individuen, en dat de mens volledig afhankelijk is van Gods genade.  In een recente video van Warren McGrew, presentator van het YouTube-kanaal Idol Killer, wordt het calvinisme benoemd als een schadelijke en misleidende leer die het christelijke geloof verdraait en het evangelie onjuist presenteert. Dieze blog analyseert McGrew’s argumenten tegen het calvinisme en onderzoekt de bredere implicaties van deze theologische discussie.

Calvinisme is een vervorming van het Evangelie

Een van de kernpunten van McGrew’s kritiek is dat het calvinisme een verdraaiing is van de oorspronkelijke christelijke boodschap. Volgens hem presenteert deze leer God als een wezen dat alle gebeurtenissen vooraf heeft bepaald, inclusief kwaad en zonde. Dit is problematisch omdat het een beeld van God schetst als iemand die niet werkelijk rechtvaardig is, maar eerder een meesterplanner van zowel goed als kwaad.

Calvinisten verdedigen hun standpunt vaak met de doctrine van predestinatie, (uitverkiezing) waarbij wordt gesteld dat God vooraf heeft bepaald wie gered zal worden en wie verloren zal gaan. Dit zou betekenen dat sommige mensen gedoemd zijn tot de hel zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen. McGrew verwerpt deze interpretatie als onbijbels en moreel verwerpelijk. Hij stelt dat het evangelie in essentie een boodschap van liefde en redding voor iedereen is, niet alleen voor een selecte groep.

Daarnaast wijst hij op de historische context van het calvinisme. Hij stelt dat veel van de kernconcepten van deze leer, zoals de erfzonde en totale verdorvenheid, niet rechtstreeks uit de Bijbel komen, maar voortkomen uit de leer van Augustinus van Hippo. Deze ideeën, die pas ongeveer 500 jaar na Christus wijdverbreid werden, zouden daarom niet als oorspronkelijke christelijke doctrines mogen worden beschouwd.

Indoctrinatie en het gevaar van tunnelvisie

Een ander belangrijk punt dat McGrew aanhaalt, is hoe het calvinisme zich verspreidt via indoctrinatie, vooral binnen gezinnen en kerken waar eenzijdige theologische opvoeding wordt gegeven. Hij merkt op dat veel jonge calvinisten opgroeien in een omgeving waar alternatieve theologische perspectieven worden genegeerd of zelfs als gevaarlijk worden bestempeld. Hierdoor ontstaat een situatie waarin men ervan overtuigd is de absolute waarheid te bezitten, zonder open te staan voor kritiek of nuance.

Dit leidt volgens McGrew tot een “indoctrinatie-vibe” waarbij gelovigen niet worden aangemoedigd om zelf op zoek te gaan naar waarheid, maar simpelweg de dogma’s aannemen die hen worden geleerd. Hij verwijst in dit kader naar de YouTuber Messenger for Truth, die zichzelf als orthodox christen beschrijft en claimt enkel de oorspronkelijke apostolische leer te volgen. Toch verdedigt hij tegelijkertijd het calvinisme, dat pas vele eeuwen na Christus volledig is ontwikkeld. Dit toont volgens McGrew de interne tegenstrijdigheid van calvinistische theologie: het presenteert zich als puur en bijbels, terwijl het in werkelijkheid veel latere toevoegingen en interpretaties bevat.

Calvinisme als hindernis  voor evangelisatie en geloof

McGrew benadrukt dat het calvinisme niet alleen schadelijk is voor gelovigen, maar ook voor niet-gelovigen die het christendom willen begrijpen. Hij noemt drie manieren waarop calvinisme het geloof ondermijnt:

Foutieve theologie: Calvinisme presenteert God als iemand die de zonde heeft verordineerd en slechts een selecte groep mensen wil redden. Dit is in strijd met de bredere bijbelse boodschap waarin God liefdevol en rechtvaardig is, en redding voor iedereen beschikbaar stelt.

Afschrikking van niet-gelovigen: Wanneer buitenstaanders kennismaken met het calvinisme als representatief voor het christendom, krijgen ze een vertekend beeld van wie God werkelijk is. Velen verwerpen deze versie van het geloof en keren zich volledig af van het christendom, niet omdat ze Jezus afwijzen, maar omdat ze een theologisch systeem zien dat moreel problematisch lijkt.

Valse zekerheid voor calvinistische ‘farizeeërs’: McGrew stelt dat sommige calvinisten zich vasthouden aan een intellectueel systeem zonder een echte relatie met God te hebben. Voor hen is het calvinisme een filosofisch bouwwerk waarin ze zich veilig voelen, maar waarin ze de kern van het geloof – een oprechte band met God – uit het oog verliezen.

Volgens McGrew wordt het calvinisme vaak aantrekkelijk gevonden door mensen die houden van intellectuele uitdaging en complexiteit, maar die daardoor een authentieke en persoonlijke geloofsbeleving missen. Hij waarschuwt dat de theologische structuur van het calvinisme veel ruimte laat voor een rationele benadering van het geloof, zonder dat men werkelijk leeft volgens de leer van Christus.

Getuigenis

Een van de krachtigste argumenten in de video is McGrew’s eigen getuigenis. Hij was jarenlang een calvinist en verdedigde de leer met volle overtuiging, totdat hij zich realiseerde dat het in strijd was met de bijbelse boodschap van liefde en genade. Hij beschrijft hoe moeilijk het was om toe te geven dat hij een verkeerd theologisch systeem had verdedigd, en hoe pijnlijk het besef was dat hij, in zijn oprechte verlangen om God te eren, onbewust een verdraaide versie van het evangelie had verkondigd.

McGrew’s verhaal benadrukt het belang van geloofs zelfreflectie. Hij moedigt anderen aan om kritisch na te denken over de doctrines die zij aanhangen en zich niet blind te staren op traditie of autoriteit. Hij stelt dat ware theologie niet draait om intellectuele coherentie, maar om een oprechte relatie met God.

De kritiek op het calvinisme, zoals geuit door Warren McGrew, is diepgaand en raakt aan fundamentele vragen over de aard van God, genade en menselijke verantwoordelijkheid. Hij betoogt dat het calvinisme een misleidende en schadelijke leer is die een onjuist beeld schetst van Gods karakter en een obstakel vormt voor zowel gelovigen als niet-gelovigen.

Door te wijzen op de historische wortels van het calvinisme, de gevaren van indoctrinatie en de negatieve impact op evangelisatie, maakt McGrew een krachtig pleidooi voor een hernieuwde benadering van het geloof – een die werkelijk recht doet aan de Bijbelse boodschap van liefde en redding voor iedereen.

Predestinatie: Voorbestemd of vrij om te kiezen?

Predestinatie is een van de meest complexe en omstreden onderwerpen binnen het
christendom. Heeft de mens een vrije wil, of is alles al door God vastgelegd? Dit vraagstuk
raakt de kern van ons geloof en ons begrip van Gods rechtvaardigheid en liefde. In dit artikel
duiken we dieper in de twee dominante opvattingen over predestinatie: absolute predestinatie
en de predestinatie van omstandigheden.

Wat is absolute predestinatie?

De leer van absolute predestinatie stelt dat alles in het universum, van de kleinste gebeurtenis
tot het eeuwige lot van de mens, door God is voorbestemd. Dit betekent dat sommige mensen
door God zijn gekozen om gered te worden, terwijl anderen zijn voorbestemd om verloren te
gaan, ongeacht hun eigen keuzes.
Dit roept veel vragen op. Als alles al vastligt, wat heeft het dan voor zin om God te zoeken, je best te doen, te
bidden of zelfs evangelie te verkondigen? Als God bepaalt wie gered wordt, heeft menselijke
inspanning dan überhaupt betekenis? Deze doctrine kan leiden tot fatalisme, waarbij mensen
passief worden en hun verantwoordelijkheid ontlopen, onder het mom dat hun daden geen
invloed hebben op hun bestemming.
Bovendien werpt absolute predestinatie een duistere schaduw op Gods rechtvaardigheid.
Waarom zou een liefdevolle en barmhartige God bewust mensen scheppen die geen kans
krijgen op redding? En als al onze gedachten en daden door God zijn bepaald, betekent dat
dan niet dat Hij ook verantwoordelijk is voor het kwaad in de wereld?


De Bijbelse visie: Predestinatie van omstandigheden


Een alternatieve en veel meer Bijbelse visie is die van de predestinatie van omstandigheden.
Volgens deze visie bepaalt God de omstandigheden waarin mensen zich bevinden, zonder hen
te dwingen tot een bepaalde keuze. Hij geeft ieder mens vrije wil om te kiezen tussen goed en
kwaad, tussen geloof en ongeloof.
Denk bijvoorbeeld aan Judas Iskariot. God bepaalde dat hij in de tijd van Jezus zou leven en
een van Zijn discipelen zou worden, maar Hij dwong Judas niet om Jezus te verraden. Evenzo
bepaalde God dat koning Josia en koning Cyrus in specifieke tijden en situaties geboren
zouden worden, zodat zij een rol konden spelen in Zijn plan, maar Hij maakte hen niet per
definitie goed of slecht.
Dit concept erkent Gods soevereiniteit zonder de menselijke verantwoordelijkheid uit te
wissen. God weet van tevoren hoe mensen zullen handelen en plaatst hen in omstandigheden
die passen binnen Zijn goddelijke plan, maar de uiteindelijke keuzes blijven aan de mens zelf.


De rol van vrije wil in de Bijbel


De Bijbel benadrukt voortdurend dat mensen verantwoordelijk zijn voor hun keuzes. Van
Genesis tot Openbaring roept God ons op om ons te bekeren, Hem te gehoorzamen en een
heilig leven te leiden. Waarom zou Hij dat doen als alles al vastligt? Waarom waarschuwt Hij
mensen voor de gevolgen van hun zonden als ze toch geen andere keuze hebben?

Een krachtig bewijs voor de vrije wil vinden we in Jeremia 7:31, waar God spreekt over de
gruwelijke zonden van het volk Israël:


“En zij hebben gebouwd de hoogten van Tofeth, dat in het dal des zoons van Hinnom is, om
hun zonen en hun dochters met vuur te verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in Mijn
hart is opgekomen.”


Dit laat zien dat God menselijke daden niet heeft bepaald. Hij heeft de mens de mogelijkheid
gegeven om zijn eigen keuzes te maken, inclusief verkeerde keuzes. Dit bewijst dat de
menselijke wil echt vrij is en dat God ons niet dwingt tot zonde of gehoorzaamheid.


Waarom is deze waarheid belangrijk?


Het begrijpen van de juiste visie op predestinatie is cruciaal, omdat een verkeerde opvatting
desastreuze gevolgen kan hebben. Als mensen geloven dat alles al vastligt en dat hun keuzes
geen verschil maken, leidt dit tot een passieve en onverantwoordelijke houding. Ze kunnen
nalaten om zich te bekeren, te evangeliseren of zelfs moreel goed te handelen, onder het
voorwendsel dat God alles al heeft bepaald.
De doctrine van absolute predestinatie kan ook leiden tot een verkeerde voorstelling van God.
Het schildert Hem als een wrede en willekeurige rechter die sommige mensen genadeloos aan
hun lot overlaat, terwijl anderen zonder hun wil gered worden. Dit staat haaks op het beeld
van God dat de Bijbel schetst: een liefdevolle Vader die wil dat iedereen tot bekering komt (2
Petrus 3:9).
De predestinatie van omstandigheden biedt daarentegen een veel evenwichtigere en Bijbelse
kijk op Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid. God leidt de wereld, maar
Hij dwingt niemand tot redding of verdoemenis. Hij roept ons op om Hem te zoeken, te
gehoorzamen en in Hem te geloven – een keuze die ons toebehoort en die echte betekenis
heeft.

Samengevat 


Predestinatie is een diepgaand en complex onderwerp, maar de Bijbel biedt ons duidelijkheid.
Absolute predestinatie, waarin God alles bepaalt en de mens geen vrije wil heeft, leidt tot
morele passiviteit en een verkeerd beeld van God. De Bijbel leert ons echter dat God de
omstandigheden van de mens bepaalt, maar hem vrij laat in zijn keuzes.
Deze waarheid heeft grote implicaties voor ons dagelijks leven. We zijn niet slechts pionnen
in een kosmisch schaakspel, maar we hebben de verantwoordelijkheid om te kiezen voor God,
om goed te doen en om het evangelie uit te dragen. Onze keuzes hebben betekenis, en God
roept ons op om Hem met heel ons hart, onze ziel en ons verstand te volgen.
Laten we daarom leven in het besef dat onze keuzes ertoe doen, en dat God een liefdevolle
Vader is die ons uitnodigt om vrijwillig voor Hem te kiezen.

Calvinisme en Islam: predestinatie en uitverkiezing

Overeenkomsten

Predestinatie (uitverkiezing, voorbestemming) is een concept dat zowel in de islam als in het calvinisme een centrale rol speelt. Beide tradities benadrukken dat God soeverein is en dat alles wat gebeurt, binnen Zijn wil valt. Dit roept de vraag op of mensen werkelijk vrije keuzes maken of slechts handelen volgens een vooraf bepaald plan. Hoewel de islam en het calvinisme verschillende geloofssystemen zijn, vertonen hun opvattingen over voorbestemming opmerkelijke overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen.

Vastgelegd in de Islam

In de islam wordt predestinatie gezien als een goddelijk besluit dat al vastligt in de ‘Bewaarde Tablet’ lang voordat iemand geboren wordt. Alles, van iemands levensloop tot zijn uiteindelijke bestemming in het Paradijs of de Hel, is volgens deze leer door God voorbeschikt. In sommige islamitische overleveringen wordt beschreven hoe een engel, nog voor de geboorte, opschrijft welke daden iemand zal verrichten en waar hij uiteindelijk zal eindigen. Dit lijkt de idee van vrije wil te ondermijnen, hoewel de islam tegelijkertijd leert dat mensen verantwoordelijk worden gehouden voor hun keuzes.

Voorbestemd in het Calvinisme

In het calvinisme wordt eveneens gesteld dat God bij de schepping al heeft bepaald wie gered zal worden en wie niet. Volgens de leer van de dubbele predestinatie zijn sommigen uitverkoren tot eeuwige zaligheid, terwijl anderen voorbestemd zijn voor verwerping. Deze beslissing is volledig gebaseerd op Gods willekeur, en niet op menselijke daden of verdiensten. Dit betekent dat iemand niet door eigen inspanningen tot geloof kan komen, maar uitsluitend kan worden gered als hij of zij behoort tot de uitverkorenen. Net als in de islam roept dit spanningen op tussen Gods absolute soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid.

Cruciaal verschil

Ondanks deze overeenkomsten is er een cruciaal verschil tussen beide tradities. In het calvinisme speelt de dood en opstanding van Jezus Christus een essentiële rol in de redding, terwijl de islam geen verzoeningsleer kent waarin iemands zonden worden vergeven door een offer. In de islam wordt een persoon uiteindelijk beoordeeld op basis van Gods genade én zijn daden, terwijl in het calvinisme menselijke werken geen invloed hebben op iemands uiteindelijke bestemming. Een ander belangrijk verschil is dat de islam de erfzonde verwerpt en leert dat mensen in een natuurlijke staat van overgave aan God worden geboren, terwijl in het calvinisme wordt onderwezen dat alle mensen in zonde worden geboren en zonder Gods tussenkomst verloren zijn.

Niet ontrafeld

Hoewel beide tradities worstelen met de spanning tussen goddelijke voorbeschikking en menselijke verantwoordelijkheid, komt het uiteindelijk neer op dezelfde fundamentele vraag: ligt ons lot van tevoren vast, of hebben we zelf invloed op onze uiteindelijke bestemming? Zowel binnen de islam als in het calvinisme blijft dit een mysterie dat gelovigen al eeuwenlang gevangen houdt en dat zonder externe informatie niet ontrafeld kan worden.