Inleiding
Een belangrijke reden voor het schrijven van dit arikel is om de eenzijdige berichtgeving van de King James Version Only-aanhangers te weerleggen. Ik heb materiaal gelezen waarin “fouten in moderne vertalingen” worden blootgelegd (althans volgens de schrijvers). Maar daarin wordt geen enkele fout in de King James Version (KJV) genoemd. Dergelijk bevooroordeeld en zeer eenzijdig materiaal is in mijn ogen niet meer dan propaganda. De tamelijk agressieve marketing ervan heeft in een paar gevallen zelfs kerkscheuringen (schisma’s) veroorzaakt. Ik zal feiten uit een breed scala aan bronnen aanhalen, zodat de lezer, beter geïnformeerd, een beslissing kan nemen over welke vertaling goed is. Verder wordt de stelling verdedigd dat wie Gods Woord bestudeert, baat kan hebben bij het lezen van meerdere vertalingen, inclusief de KJV.
Wat betreft de Griekse tekst: heb ik de Griekse tekst geraadpleegd. Dat is degene die in 1976 werd gepubliceerd door de Trinitarian Bible Society (TBS). Dit Bijbelgenootschap is overigens een sterke voorstander van het gebruik van de KJV.
Om een evenwichtiger beeld van dit onderwerp te geven, zij opgemerkt dat het niet verstandig is om ‘de beste versie van de Bijbel’ te gebruiken, en dan uiteindelijk achteraan in de rij te staan van mensen die door de Heer beloond zullen worden!
De Bijbel waarschuwt:
“En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende.” (Jakobus 1:22 SV).
Laat me, voordat ik verder ga, eerst de autoriteit van de Schrift bevestigen.
De Schrift is door God ingegeven
“Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is” (2 Timoteüs 3:16 SV).
Bovenstaande passage betekent in eenvoudige termen dat de hele Bijbel het Woord van God is voor ons. Dat de Geest van God op bepaalde mensen was om Zijn wil over te brengen, werd al lang voordat de brieven aan Timoteüs of het hele Nieuwe Testament geschreven waren, reeds duidelijk begrepen. Veel profeten werden zo door God geleid dat ze konden zeggen: ” Zo zegt de HEERE der heirscharen (1 Kronieken 17:7 SV).
Uitdrukkingen als “Zo zegt de Heere” of vergelijkbare varianten komen meer dan vierhonderd keer voor in de Bijbel.
Het gezag van de Schrift
De Schrift ontleent haar autoriteit aan Degene die erachter staat. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ondertekenden generaal Douglas MacArthur en andere hoge officieren documenten om formeel een einde te maken aan de vijandelijkheden tegen Japan na de onvoorwaardelijke capitulatie.
De documenten werden ondertekend op het dek van het slagschip USS Missouri in de Baai van Tokio op 2 september 1945. Iedereen die vijandige activiteiten ondernam na op de hoogte te zijn gesteld van de capitulatie, kon disciplinaire maatregelen tegemoet zien vanwege de autoriteit van de ondertekenaars.
Stel nou in dit verhaal, dat een kleine groep soldaten een order van de generaal ontvangt. Daarin staat dat alle vijandelijkheden onmiddellijk beëindigd dienen te worden. Een deel van het bericht ontbreekt, maar de boodschap is nog steeds duidelijk. Eén soldaat stelt, gek genoeg, voor om door te vechten. Want het bericht is niet compleet. De anderen wijzen er terecht op dat de boodschap desalniettemin duidelijk is. Besloten wordt, om deze niet te negeren, omdat deze afkomstig is van de hoogste bevelhebber.
Bovenstaand verhaal laat paralellen zien met betrekking tot de Schrift; het gezag en de kwaliteit van de berichten die tot ons zijn gekomen. Een andere belangrijke kwestie is de betrouwbaarheid van de Schrift.
Betrouwbaarheid
Een aanval op de betrouwbaarheid van de Schrift komt voort uit een verkeerde veronderstelling. Namelijk dat deze pas méér dan een eeuw ná de gebeurtenissen werd opgeschreven, en dáárdoor Is beïnvloed door andere overtuigingen. Deze bewering kan worden weerlegd door de bewijzen uit de Schrift zelf te onderzoeken.
De Bijbel vermeldt bijvoorbeeld de steniging van Stefanus. Hij was de eerste martelaar (Handelingen 7:54-60). Ook wordt de dood van Jakobus door het zwaard op bevel van Herodes vermeld (Handelingen 12:2). Maar de dood van Petrus en Paulus – twee van de meest prominente figuren in de Bijbel – wordt niet genoemd. Bovendien wordt de wrede vervolging van keizer Nero in 64 na Christus, waarin Petrus en Paulus werden gedood, nergens genoemd.
Het boek Handelingen eindigt met Paulus. Die daar in een gehuurd huis woont met een soldaat als bewaker (Handelingen 28:16, 30-31).
De Here Jezus voorspelde ook de verwoesting van de tempel:
“En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester, zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen!
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen? Er zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.” (Marcus 13:1-2, zie ook Lucas 19:42-43).
De Bijbel vermeldt echter nergens de daadwerkelijke verwoesting van de tempel door het Romeinse leger onder bevel van Titus in 70 na Christus. Dit bewijst dat de Bijbel voltooid was vóórdat Petrus en Paulus stierven. En ook voordat de tempel werd verwoest.
Een ander belangrijk punt is dat de Schrift al als Schrift werd beschouwd op het moment dat ze werd geschreven. Petrus verwijst duidelijk naar de brieven van Paulus als Schrift wanneer hij zegt:
“Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf” (2 Petrus 3:16).
Invloed
Na de bekering van de Romeinse keizer Constantijn in de vierde eeuw kwam er een einde aan een lange periode van christenvervolging. De keizer bracht rust en stabiliteit voor de kerk. Deze omwenteling bracht bovendien rijkdom en privileges voor kerkleiders.
De keerzijde van deze privileges was dat veel niet-gelovigen invloedrijke posities in de kerk zochten en verwierven. Het schadelijkste effect hiervan was dat het gezag van de Schrift werd ondermijnd. In plaats van Gods Woord werd de mening van mensen en kerkelijke tradities zwaarwegender.
Dit was nou juist waar Jezus in Zijn omwandeling kritiek op had. Hij zei tegen de religieuze leiders:
“Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen” (Marcus 7:8).
Velen die leden en stierven tijdens de Reformatie overkwam dit omdat zij vasthielden aan de overtuiging dat Gods Woord belangrijker was dan de woorden van de paus.