Bewegen tot geloof

De tot de heidenen gezonden apostel Paulus schrijft in zijn tweede Korinthe brief, zoals hij veel vaker doet, een aantal vermaningen.

2 Korinthe 5: 11 Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw consciënties geopenbaard te zijn.

Dat ‘bewegen tot het geloof’ komen we vaker tegen. Even later in hetzelfde hoofdstuk zegt hij:

19 Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende, en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.
20 Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen.
21 Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.

LAAT u met God verzoenen. Een ernstige oproep. Dat vraagt een houding van gehoorzaamheid. Gehoor geven aan. Geloven. Gehoorzamen. En hoe komt dat geloof?

In Romeinen 10 leert Paulus:

4 Want het einde (doel) der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft.
5 Want Mozes beschrijft de rechtvaardigheid die uit de wet is, zeggende: De mens die deze dingen doet, zal door dezelve leven.
6 Maar de rechtvaardigheid die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in den hemel opklimmen? Hetzelve is Christus van boven afbrengen.
7 Of: Wie zal in den afgrond nederdalen? Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen.
8 Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken:
9 Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven dat Hem God uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
10 Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, en met den mond belijdt men ter zaligheid.
11 Want de Schrift zegt: Een iegelijk die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden.
12 Want er is geen onderscheid, noch van Jood, noch van Griek; want Eénzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen die Hem aanroepen.
13 Want een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder die hun predikt?
15 En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe lieflijk zijn de voeten dergenen die vrede verkondigen, dergenen die het goede verkondigen!
16 Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd?
17 Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.

Luisteren, geloven, aanroepen, zalig worden. Lees wat er staat, geloof wat er staat, en je hebt wat er staat.

Geef een reactie