Romeinen 9 is een van de meest controversiele hoofdstukken in de Bijbel. Dat komt door de uitspraak:
Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.
Romeinen 9:13
“Haat”
Om dit beter te begrijpen, is het belangrijk om te kijken naar hoe de Bijbel het woord ‘haat’ gebruikt. Vaak betekent het niet letterlijk afwijzing, maar eerder een voorkeur. Jezus zegt bijvoorbeeld in Lucas 14:26 dat wie Hem wil volgen, zijn vader en moeder moet haten. Natuurlijk bedoelt Hij niet dat we onze familie moeten verafschuwen. Hij stelt dat onze toewijding aan Hem groter moet zijn dan aan wie dan ook. Op dezelfde manier kan Gods “haat” voor Esau worden gezien als een manier om Zijn keuze voor Jacob te benadrukken. Wat dus niet betekent dat Esau werd veroordeeld al voordat hij geboren was.
Redding of roeping
Daarnaast is de vraag of dit vers over redding of over een specifieke roeping gaat van groot belang. Vaak wordt aangenomen dat God Jacob uitkoos voor de hemel en Esau voor de hel. Maar als je kijkt naar de bredere context, zie je dat deze uitspraak niet alleen over de twee broers gaat. Het gaat primair over de volken die uit hen voortkwamen: Israël en Edom. In Genesis 25 zegt God tegen Rebekka dat er twee naties in haar baarmoeder zijn en dat de oudste de jongste zal dienen. Dit maakt duidelijk dat de woorden over Jacob en Esau niet alleen over hen als personen gaan, maar vooral over hun nakomelingen.
Dit wordt nog duidelijker als je beseft dat Paulus in Romeinen 9 citeert uit het boek Maleachi. Daar spreekt God over het lot van de Edomieten. Dat is het volk dat van Esau afstamt. Deze woorden werden uitgesproken 1500 jaar na de dood van Esau en hebben niets te maken met een voorbestemde afwijzing van Esau als individu. Het gaat hier om Gods oordeel over de Edomieten als natie. Zij waren Israël vijandig gezind waren en hebben hen hen meerdere keren aangevallen en naar het leven gestaan.
Willekeur of reden
Dat brengt ons bij de vraag of Gods keuze volledig willekeurig was, of dat er een reden achter zat. Sommige theologen (Calvinisme) stellen dat God zonder enige reden bepaalde mensen kiest voor redding en anderen voor verdoemenis. Maar als je kijkt naar de bredere Bijbelse context, zie je dat Gods oordeel vaak gebaseerd is op het hart, de houding en daden van mensen en volken. In Maleachi wordt Gods veroordeling van Edom gekoppeld aan hun agressie tegen Israël. Dit sluit mooi aan bij de belofte die God aan Abraham gaf: “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken.” Dit laat zien dat Gods oordeel over Esau en de Edomieten niet willekeurig was, maar een reactie op hun daden.
Op grond van geloof
De kern van Romeinen 9 draait niet om wie voorbestemd is voor de hemel en wie voor de hel. Paulus legt uit dat Gods soevereiniteit bepaalt hoe Zijn verbond tot stand komt. De Israëlieten dachten dat ze automatisch recht hadden op Gods zegen, simpelweg omdat ze afstammelingen waren van Abraham. Paulus corrigeert dat idee door te laten zien dat God Zijn plan niet baseert op afkomst of menselijke inspanningen, maar op Zijn eigen belofte en keuze. Hij bepaalt wie onderdeel wordt van Zijn verbond. Dat is niet door werken, maar op grond van geloof.
Voor alle mensen
Dit betekent niet dat God willekeurig mensen uitsluit van Zijn genade. De hele Bijbel laat zien dat Hij liefdevol en rechtvaardig is, en dat Hij wil dat alle mensen tot bekering komen. De nadruk in Romeinen 9 ligt hier op, dat Gods plan niet wordt beperkt door menselijke inspannningen of verwachtingen. Hij werkt op een manier die soms verrassend en onbegrijpelijk kan lijken, maar die uiteindelijk altijd gericht is op Zijn grotere doel: redding en verzoening voor de wereld. Door deze Bijbeltekst in de juiste context te laten staan, wordt duidelijk dat Gods liefde en rechtvaardigheid perfect samengaan. Hij kiest mensen en volken voor specifieke taken of doelen. Zijn uiteindelijke doel is om Zijn genade bekend te maken. Het gaat hier niet over een ondoorgrondelijke, willekeurige veroordeling van sommige mensen, maar over de manier waarop God Zijn belofte aan en via Abraham vervult en Zijn reddingsplan uitvoert.