Een dag is 1000 Jaar: het bewijs

YouTube player

Pastor Jimmy Root bewijst aan de hand van de Bijbel dat een dag bij God inderdaad letterlijk 1000 jaar kan betekenen. God maakt geen fouten, wat Hij zegt klopt altijd! En dat heeft grote gevolgen voor onze tijd!
Nederlands ondertiteld.
Deze video is een klein stukje van een lange video die u hier kunt vinden, dan echter wel zonder ondertiteling:
A Clue to the Rapture BANG ZONE 2025?

De koran, de Bijbel en het islamitisch dilemma

🕌📖

Een diepgaande analyse van David Wood’s presentatie

📺 Gebaseerd op de video: The Quran, the Bible and the Islamic Dilemma


🧭 Inleiding

Hoe verhouden de Koran en de Bijbel zich tot elkaar? Kunnen ze beide waar zijn? Of sluit het ene boek het andere uit?

In zijn video onderzoekt David Wood deze vragen. Hij stelt dat de islam een fundamenteel probleem kent dat hij het islamitisch dilemma noemt: een interne tegenstrijdigheid in hoe de Koran omgaat met eerdere openbaringen.

📘 De Koran over de Bijbel: Bevestiging, geen verwerping

✅ Erkenning van eerdere openbaringen

🕋 Koran – Soera 5:47
“Laat de mensen van het Evangelie oordelen naar wat Allah daarin heeft neergezonden.”

📜 Koran – Soera 3:3
“Hij heeft het Boek aan jou neergezonden in waarheid, als bevestiging van wat eraan voorafging; en Hij heeft de Thora en het Evangelie neergezonden.”

📖 Koran – Soera 10:94
“Als jij (Mohammed) twijfelt over wat Wij aan jou hebben geopenbaard, vraag dan degenen die vóór jou het Boek lazen.”

➡️ De Koran bevestigt niet alleen het bestaan van deze teksten, maar verwijst er actief naar als geldig gezag.

🔄 Het Islamitisch Dilemma: De kern

David Wood stelt dat moslims voor een keuze staan:

📌 Twee mogelijke opties:

1. De Bijbel is betrouwbaar

  • Dan is de christelijke leer over Jezus — Zijn goddelijkheid, kruisdood en opstanding — ook waar.
  • Maar dit staat haaks op de Koran, die deze zaken expliciet ontkent.

📖 Bijbel: Jezus is de Zoon van God (Johannes 3:16)
🕋 Koran: Allah heeft geen zoon (Soera 112:3)

➡️ Gevolg: De Koran spreekt tegen wat ze zelf bevestigt.

2. De Bijbel is vervalst

  • Dan is het onbegrijpelijk dat de Koran christenen en joden oproept om te leven volgens die boeken.
  • Waarom zou Allah Mohammed bij twijfel doorverwijzen naar corrupte geschriften?

🕋 Soera 5:68
“Zeg: O mensen van het Boek, jullie hebben geen basis totdat jullie de Thora, het Evangelie, en wat aan jullie van jullie Heer is neergezonden, in acht nemen.”

➡️ Gevolg: De Koran bevestigt boeken die volgens islamitische traditie later vervalst zouden zijn — wat een tegenstrijdigheid creëert.

🔍 Verdieping – Deel 2 van het dilemma

  • Er is geen expliciete corruptie-theorie in de Koran zelf.
  • Mohammed wordt door Allah verwezen naar de mensen van het Boek.
  • Als hun boeken vervalst zijn, ondermijnt dat het gezag van de Koran die hen bevestigt.

🧩 Samenvattende Visualisatie

┌──────────────────────────────┐
│     HET ISLAMITISCH DILEMMA  │
├──────────────────────────────┤
│ 📗 Bijbel is betrouwbaar      │
│ ➝ Koran spreekt waarheid tegen │
│                              │
│ 📕 Bijbel is corrupt          │
│ ➝ Koran bevestigt corrupte bron │
└──────────────────────────────┘

📣 Conclusie

“Als de Bijbel waar is, kan de Koran niet kloppen. Als de Bijbel corrupt is, dan is de Koran onbetrouwbaar omdat die de Bijbel bevestigt. In beide gevallen ontstaat een fundamenteel probleem.”

Voor moslims en niet-moslims is dit een uitnodiging tot diepgaand onderzoek naar de bronnen van geloof en openbaring.

🧠 Vraag: Kan één religie gebaseerd zijn op de bevestiging van een andere, terwijl diezelfde religie diens kernboodschap ontkent?


📺 Bekijk de volledige video

The Quran, the Bible and the Islamic Dilemma – David Wood

 

Wat doet Christus sinds Zijn opstanding?

Sinds Zijn opstanding en hemelvaart zit Christus aan de rechterhand van God, van waaruit Hij actief betrokken is bij de gelovigen en de voortgang van Gods plan. Zijn huidige werk is essentieel voor het behoud, de heiliging en de toekomstige verheerlijking van de Gemeente.

Christus als Hogepriester

Op dit moment vervult Christus de rol van Hogepriester naar de orde van Melchizedek (Hebreeën 7:17). Dit betekent dat Hij als middelaar optreedt tussen God en de gelovigen. Hij bidt en pleit voor hen bij de Vader, zodat zij vergeving en genade ontvangen. Dit is niet alleen een eenmalige daad, maar een voortdurende bediening:

  • Hij bemiddelt voor de gelovigen: Hij zorgt ervoor dat hun zonden niet langer tegen hen getuigen, maar dat zij gerechtvaardigd blijven door Zijn offer (Romeinen 8:34)​.
  • Hij geeft toegang tot de troon van genade: Door Zijn werk als Hogepriester kunnen gelovigen vrijmoedig tot God naderen (Hebreeën 4:14-16).
  • Hij houdt hen staande in het geloof: Zijn voortdurende voorspraak voorkomt dat gelovigen verloren gaan (Hebreeën 7:25).

Christus als Hoofd van de Gemeente

Christus is het Hoofd van de Gemeente (Efeze 1:22-23), wat betekent dat Hij actief leiding geeft aan Zijn lichaam op aarde:

  • Hij onderwijst en leidt Zijn volk door de Heilige Geest: Hij inspireert en geeft inzicht in de Schrift, zodat gelovigen groeien in kennis en wijsheid (Johannes 14:26).
  • Hij bouwt en zuivert de Gemeente: Hij vormt de gelovigen naar Zijn beeld, maakt hen heilig en bereidt hen voor op de toekomst (Efeze 5:25-27).
  • Hij geeft gaven aan de Gemeente: Hij rust gelovigen uit met geestelijke gaven om hen in staat te stellen het werk van het Koninkrijk te doen (1 Korinthe 12:7-11).

Christus als Voorbereider van de toekomst

Christus is bezig een plaats te bereiden voor de gelovigen in de hemelse heerlijkheid (Johannes 14:2-3). Dit betekent:

  • Hij werkt toe naar de opname van de Gemeente: Er komt een moment waarop Hij de Gemeente tot Zich neemt, opneemt in de hemel (1 Thessalonicenzen 4:16-17).
  • Hij leidt de wereldgeschiedenis naar Zijn wederkomst: Hoewel de wereld lijkt te worden beheerst door chaos, heeft Christus de regie in handen en zal Hij op Gods tijd terugkomen om alles recht te zetten (Openbaring 19:11-16).

Christus als Onderhouder van de schepping

Volgens Kolossenzen 1:16-17 onderhoudt Christus de hele schepping en zorgt Hij ervoor dat alles in stand blijft:

  • Hij regeert met soevereine macht: Ondanks de zondeval blijft Christus de uiteindelijke Heer over de schepping.
  • Hij gebruikt de geschiedenis om Gods plan te vervullen: Hij zorgt ervoor dat alle dingen meewerken ten goede voor degenen die Hem liefhebben (Romeinen 8:28).

Christus is op dit moment niet passief, maar actief betrokken bij het leven van gelovigen en de voortgang van Gods Koninkrijk. Hij is de bemiddelaar bij de Vader, het hoofd van de Gemeente, de voorbereider van de toekomst en de onderhouder van de schepping. Zijn huidige bediening is erop gericht om Zijn volk te bewaren, te leiden en voor te bereiden op de dag dat Hij terugkeert om Zijn Koninkrijk definitief te vestigen​.

Romeinen 9 en uitverkiezing (2)

Romeinen 9 is een van de meest controversiele hoofdstukken in de Bijbel. Dat komt door de uitspraak:

Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.

Romeinen 9:13

“Haat”

Om dit beter te begrijpen, is het belangrijk om te kijken naar hoe de Bijbel het woord ‘haat’ gebruikt. Vaak betekent het niet letterlijk afwijzing, maar eerder een voorkeur. Jezus zegt bijvoorbeeld in Lucas 14:26 dat wie Hem wil volgen, zijn vader en moeder moet haten. Natuurlijk bedoelt Hij niet dat we onze familie moeten verafschuwen. Hij stelt dat onze toewijding aan Hem groter moet zijn dan aan wie dan ook. Op dezelfde manier kan Gods “haat” voor Esau worden gezien als een manier om Zijn keuze voor Jacob te benadrukken. Wat dus niet betekent dat Esau werd veroordeeld al voordat hij geboren was.

Redding of roeping

Daarnaast is de vraag of dit vers over redding of over een specifieke roeping gaat van groot belang. Vaak wordt aangenomen dat God Jacob uitkoos voor de hemel en Esau voor de hel. Maar als je kijkt naar de bredere context, zie je dat deze uitspraak niet alleen over de twee broers gaat. Het gaat primair over de volken die uit hen voortkwamen: Israël en Edom. In Genesis 25 zegt God tegen Rebekka dat er twee naties in haar baarmoeder zijn en dat de oudste de jongste zal dienen. Dit maakt duidelijk dat de woorden over Jacob en Esau niet alleen over hen als personen gaan, maar vooral over hun nakomelingen.

Dit wordt nog duidelijker als je beseft dat Paulus in Romeinen 9 citeert uit het boek Maleachi. Daar spreekt God over het lot van de Edomieten. Dat is het volk dat van Esau afstamt. Deze woorden werden uitgesproken 1500 jaar na de dood van Esau en hebben niets te maken met een voorbestemde afwijzing van Esau als individu. Het gaat hier om Gods oordeel over de Edomieten als natie.  Zij waren Israël vijandig gezind waren en hebben hen hen meerdere keren aangevallen en naar het leven gestaan.

Willekeur of reden

Dat brengt ons bij de vraag of Gods keuze volledig willekeurig was, of dat er een reden achter zat. Sommige theologen (Calvinisme) stellen dat God zonder enige reden bepaalde mensen kiest voor redding en anderen voor verdoemenis. Maar als je kijkt naar de bredere Bijbelse context, zie je dat Gods oordeel vaak gebaseerd is op het hart, de houding en daden van mensen en volken. In Maleachi wordt Gods veroordeling van Edom gekoppeld aan hun agressie tegen Israël. Dit sluit mooi aan bij de belofte die God aan Abraham gaf: “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken.” Dit laat zien dat Gods oordeel over Esau en de Edomieten niet willekeurig was, maar een reactie op hun daden.

Op grond van geloof

De kern van Romeinen 9 draait niet om wie voorbestemd is voor de hemel en wie voor de hel. Paulus legt uit dat Gods soevereiniteit bepaalt hoe Zijn verbond tot stand komt. De Israëlieten dachten dat ze automatisch recht hadden op Gods zegen, simpelweg omdat ze afstammelingen waren van Abraham. Paulus corrigeert dat idee door te laten zien dat God Zijn plan niet baseert op afkomst of menselijke inspanningen, maar op Zijn eigen belofte en keuze. Hij bepaalt wie onderdeel wordt van Zijn verbond. Dat is niet door werken, maar op grond van geloof.

Voor alle mensen

Dit betekent niet dat God willekeurig mensen uitsluit van Zijn genade. De hele Bijbel laat zien dat Hij liefdevol en rechtvaardig is, en dat Hij wil dat alle mensen tot bekering komen. De nadruk in Romeinen 9 ligt hier op, dat Gods plan niet wordt beperkt door menselijke inspannningen of verwachtingen. Hij werkt op een manier die soms verrassend en onbegrijpelijk kan lijken, maar die uiteindelijk altijd gericht is op Zijn grotere doel: redding en verzoening voor de wereld. Door deze Bijbeltekst in de juiste context te laten staan, wordt duidelijk dat Gods liefde en rechtvaardigheid perfect samengaan. Hij kiest mensen en volken voor specifieke taken of doelen. Zijn uiteindelijke doel is om Zijn genade bekend te maken. Het gaat hier niet over een ondoorgrondelijke, willekeurige veroordeling van sommige mensen, maar over de manier waarop God Zijn belofte aan en via Abraham vervult en Zijn reddingsplan uitvoert.

De noodzaak van een betrouwbare en begrijpelijke Bijbel

Bijbelvertalingen moeten aan twee essentiële eisen voldoen: betrouwbaarheid en
begrijpelijkheid. De tekst moet trouw blijven aan de oorspronkelijke brontalen
(Hebreeuws, Grieks en Aramees) en tegelijkertijd begrijpelijk zijn voor hedendaagse
lezers. Dit blijft een uitdaging, omdat taal in ontwikkeling is.

Taalontwikkeling

Een belangrijke reden waarom de Bijbel steeds opnieuw vertaald moet worden, is de
evolutie van taal. Een sterk voorbeeld is dat van Abraham Kuyper, die klassiek Grieks sprak
en dacht daarmee een toespraak te kunnen houden in Athene. Maar de aanwezige
Grieken begrepen hem niet, omdat de kloof tussen klassiek Grieks en modern Grieks te
groot is. Ditzelfde principe geldt voor oude Bijbelvertalingen: na verloop van tijd raken ze
verouderd en minder begrijpelijk.
De Bijbel moet in de eigen taal toegankelijk zijn, zodat gelovigen de woorden van God
direct kunnen begrijpen. De Reformatie speelde hierin een cruciale rol. De Katholieke
Kerk hield eeuwenlang vast aan de Latijnse Vulgaat, waardoor veel mensen de Bijbel
niet konden lezen. Reformatoren pleitten voor vertalingen in de volkstaal, zodat
iedereen zelf de Schrift kon bestuderen.

Grieks

Al in de derde eeuw voor Christus werd het Oude Testament in het Grieks vertaald,
bekend als de Septuaginta. Dit gebeurde omdat veel Joden in Alexandrië geen
Hebreeuws meer spraken. Grieks was in die tijd de wereldtaal, net zoals Engels dat nu
is.

De Statenvertaling en eerdere vertalingen

Voor de Reformatie bestonden er al Bijbelvertalingen, zoals de Delftse Bijbel (15e
eeuw). Deze was echter niet vertaald uit de oorspronkelijke talen, maar uit het Latijn. De
reformatoren benadrukten dat vertalingen direct uit de brontalen moesten komen.
Maarten Luther vertaalde de Bijbel in het Duits, en later ontstond de Statenvertaling in
Nederland.
De Statenvertaling was internationaal gezien een late vertaling. Tijdens de Synode van
Dordrecht (1618-1619) werd besloten dat Nederland ook een Bijbelvertaling nodig had
die direct uit de toen beschikbare bronteksten kwam. De Statenvertaling verscheen
uiteindelijk in 1637 en werd dé standaardvertaling voor reformatorische kerken.
Om de vertaling zo betrouwbaar mogelijk te maken, moesten de vertalers:
De oorspronkelijke talen zo nauwkeurig mogelijk vertalen.
Vergelijkingen maken met andere Europese vertalingen (zoals de Franse, Duitse en
Engelse King James Version).
Zoveel mogelijk de stijl en woordvolgorde van de oorspronkelijke tekst behouden.

Problemen bij vertalen: woordbetekenissen en interpretatie

Bij het vertalen gaan er altijd nuances verloren. Sommige woorden hebben meerdere betekenissen.
Het Hebreeuwse woord “eretz” betekent bijvoorbeeld zowel “land” als
“aarde”, afhankelijk van de context. Hierdoor kunnen vertalers soms verschillende
keuzes maken.
Sommige teksten kunnen op meerdere manieren worden gelezen. Bijvoorbeeld:
“De Here deed dagelijks toe tot de gemeente, die zalig worden.”
“De Here deed dagelijks die zalig werden, toe tot de gemeente.”
De plaatsing van de komma verandert hier de betekenis van de zin. Dit laat zien dat
vertalen meer is dan alleen woord voor woord omzetten; interpretatie speelt ook een
rol.

Taalverandering en de noodzaak van modernisering

Sinds de 17e eeuw is de Statenvertaling meerdere keren aangepast om de taal
begrijpelijk te houden. In de 19e eeuw werd bijvoorbeeld “wijf” vervangen door “vrouw”,
omdat “wijf” een scheldwoord werd. Andere woorden die inmiddels verouderd zijn:
“Maagschap” → “familie”
“Betrachten” → “vertellen”
“Vreze des Heren” → “eerbied voor de Heer”
Nederlandse taalverandering gaat sneller dan in Vlaanderen. In België worden woorden
als “wenend” en “bekommerd” nog gebruikt, terwijl ze in Nederland verouderd zijn.
Sommige mensen hebben moeite met aanpassingen in de Bijbeltekst, omdat ze
gewend zijn aan de oude formuleringen. Een oudere generatie zal “Ga uit uw
maagschap” natuurlijker vinden dan “Verlaat uw familiekring”. Maar als te veel woorden
onbegrijpelijk worden, verliest de Bijbel zijn doel.

Het belang van begrijpelijke taal

Een Bijbelvertaling moet niet alleen correct, maar ook leesbaar zijn. Sommige mensen
denken dat de Bijbel moeilijk moet zijn, omdat de boodschap geestelijk is. Maar begrip
van de woorden is iets anders dan het begrijpen van de boodschap. Iemand kan de
Bijbel in het Hebreeuws lezen en toch de kern van het geloof missen.
Erasmus was een briljante taalkundige, maar Luther verweet hem dat hij de diepste
betekenis van de Bijbel niet begreep. Het intellectueel begrijpen van een tekst is dus
niet genoeg; de Bijbel moet het hart raken. Maar dit betekent niet dat de tekst
onbegrijpelijk mag zijn.
Om de Bijbel voor iedereen toegankelijk te houden, moeten vertalingen regelmatig
worden herzien. Een te oude vertaling kan ervoor zorgen dat mensen afhaken omdat ze
de taal niet meer begrijpen. Dit is vergelijkbaar met het verschil tussen oud Engels en
modern Engels – de tekst kan te ver afstaan van het hedendaagse taalgebruik.

Evenwicht tussen trouw en toegankelijkheid

Bijbelvertalingen moeten balanceren tussen trouw aan de brontekst en begrijpelijkheid
voor de lezer. De Statenvertaling is een meesterwerk, maar de taal van de 17e eeuw is
niet meer voor iedereen toegankelijk. Vernieuwingen in de vertaling zijn nodig om de
Bijbel voor nieuwe generaties leesbaar te houden, zonder de kernboodschap te
veranderen.
Elke aanpassing zal weerstand oproepen, maar taal verandert nu eenmaal. Het doel
blijft dat iedereen de woorden van God kan begrijpen en ervaren, in een taal die aansluit
bij het dagelijks leven.

Romeinen 9 en uitverkiezing

In deze blog duiken we in de boodschap van de video van Sam Shamoun over Romeinen 9, waarin hij een diepgaande exegese van de tekst geeft en zich richt op de leerstellige implicaties. De video bespreekt vooral hoe Romeinen 9 vaak wordt misbegrepen, met name in relatie tot doctrines zoals het calvinisme, en hoe Paulus in werkelijkheid een veel bredere boodschap over Gods genade en rechtvaardigheid verkondigt.

Paulus’ hartzeer over Israël

De passage begint met Paulus die verklaart dat hij diepe droefheid en onophoudelijke pijn in zijn hart heeft (Romeinen 9:1-5). Hij is zo begaan met zijn volksgenoten, de Israëlieten, dat hij bereid zou zijn om zelf vervloekt en afgescheiden van Christus te worden als dat zou betekenen dat zij gered zouden worden. Dit toont een intense, opofferende liefde – en roept direct een vraag op:

Als Paulus zo veel van Israël houdt, hoe kan het dan dat God hen lijkt te hebben verworpen?

Calvinistische theologen, zoals James White, stellen dat God alleen de uitverkorenen liefheeft en dat Christus alleen voor hen gestorven is. Maar als dat waar is, waarom heeft Paulus dan een diepere liefde voor de verloren Israëlieten dan, zo lijkt het, God zelf?

Paulus begint hier een verborgenheid te ontrafelen: als Israël zoveel zegeningen van God heeft ontvangen (het zoonschap, de glorie, de verbonden, de wet, de eredienst, de beloften, en zelfs Christus zelf die uit Israël kwam), hoe kunnen zij dan zijn verworpen? Heeft God gefaald?

De betekenis van Gods uitverkiezing

Paulus stelt in Romeinen 9:6-13 dat niet alle Israëlieten echt Israël zijn. Dit betekent dat fysieke afstamming niet voldoende is om deel uit te maken van Gods verbondsvolk. In plaats daarvan worden alleen degenen die geloven in Christus ware kinderen van Abraham.

Hij gebruikt Isaak en Ismaël als voorbeeld: hoewel beide zonen van Abraham waren, werd alleen Isaak de zoon van de belofte. Evenzo, binnen Isaaks nageslacht, werd Jacob gekozen boven Esau, niet vanwege goede of slechte daden, maar omdat God besloot door hem te werken.

Maar betekent dit dat God willekeurig mensen kiest voor redding en anderen veroordeelt tot verwerping? Hier betoogt de spreker van de video dat dit niet het geval is.

De keuze van Jacob boven Esau gaat niet over individuele redding, maar over nationale roeping: God koos Jacob (Israël) als het volk waardoor de Messias zou komen, niet omdat Hij Esau en zijn nageslacht haatte in absolute zin.

Gods Genade en rechtvaardigheid

Romeinen 9:14-18 stelt de vraag: Is God onrechtvaardig? Paulus antwoordt: Zeker niet! Hij citeert Exodus 33:19, waarin God zegt: “Ik zal genadig zijn voor wie ik genadig ben en barmhartig voor wie ik barmhartig ben.” Dit wordt vaak door calvinisten gebruikt om te zeggen dat God willekeurig mensen kiest voor redding, maar is dat wel wat Paulus bedoelt?

De context laat zien dat Gods genade niet exclusief is voor de uitverkorenen, maar dat Hij vrij is om Zijn barmhartigheid te tonen aan iedereen.

Paulus gebruikt ook het voorbeeld van de Farao, over wie God zegt: “Ik heb u opgewekt, opdat ik mijn kracht in u zou tonen.” Sommigen zien dit als bewijs dat God mensen voorbestemt tot verharding. Maar de video benadrukt een cruciaal punt:

God verhardde de Farao’s hart door hem genade te tonen! Elke keer dat God een plaag wegnam en de Farao de kans gaf om Israël vrij te laten, weigerde hij. De hardheid kwam als reactie op Gods goedheid.

Dit principe geldt voor iedereen: als iemand Gods genade blijft verwerpen, kan die persoon uiteindelijk verhard worden. Dit is niet gedwongen verwerping, maar een zelfgekozen proces.

Vaten van barmhartigheid en vaten van toorn

Romeinen 9:19-24 spreekt over de pottenbakker en de klei. Veel calvinisten gebruiken dit om te zeggen dat God sommige mensen voorbestemt tot vernietiging en anderen tot redding. Maar is dat wat Paulus bedoelt?

Jeremia 18, waar de pottenbakker-metafoor vandaan komt, laat zien dat God natiën kan omvormen op basis van hun reactie. Als een volk zich bekeert, zal God zich ontfermen. Dit betekent dat de “vaten van toorn” niet willekeurig voorbestemd zijn, maar worden gevormd door hun eigen ongeloof en opstandigheid.

Daarom wordt een “vat van toorn” niet gemaakt door Gods decreet, maar door een voortdurende afwijzing van Gods genade.

De vaten van barmhartigheid zijn niet willekeurig gekozen individuen, maar zij die Gods genade in geloof ontvangen.

Het einde van Romeinen 9: geloof als de sleutel

Paulus sluit hoofdstuk 9 af met een duidelijke conclusie:

“De heidenen die de gerechtigheid niet zochten, hebben gerechtigheid verkregen, namelijk de gerechtigheid die uit geloof is. Maar Israël, dat een wet tot gerechtigheid najaagde, heeft de wet niet bereikt.” (Romeinen 9:30-32)

Hier maakt Paulus duidelijk dat het niet gaat om voorbestemming zonder geloof, maar dat geloof de sleutel is.

Het probleem met Israël was niet dat ze niet uitverkoren waren, maar dat ze probeerden gerechtigheid te verkrijgen door de wet in plaats van door geloof in Christus.

Gods plan is voor iedereen

De video laat zien dat Romeinen 9 niet over een rigide calvinistische predestinatie gaat, maar over Gods soevereine keuze om door Israël te werken om uiteindelijk genade aan de hele wereld aan te bieden.

God verwerpt niemand willekeurig, maar biedt genade aan iedereen. De ware Israëlieten zijn niet degenen die fysiek afstammen van Abraham, maar zij die in Christus geloven.

Belangrijk

✔ Gods verkiezing in Romeinen 9 gaat over nationale roeping, niet individuele predestinatie.
✔ Farao’s hardheid was zijn eigen schuld; Gods genade werd verworpen.
✔ Vaten van barmhartigheid worden gevormd door geloof, vaten van toorn door ongeloof.
✔ Gods genade is voor iedereen beschikbaar – wie gelooft, ontvangt het.

Kortom: Romeinen 9 is een krachtige boodschap van hoop, geen bewijs voor een strenge, willekeurige predestinatie.

Gods liefde en Genade zijn bestemd voor iedereen die bereid is te geloven!

Kritiek op het Calvinisme

Het calvinisme is een invloedrijke stroming binnen het christendom die diepgeworteld is in de protestantse traditie. Het leert dat God soeverein alle gebeurtenissen heeft bepaald, inclusief de redding van individuen, en dat de mens volledig afhankelijk is van Gods genade.  In een recente video van Warren McGrew, presentator van het YouTube-kanaal Idol Killer, wordt het calvinisme benoemd als een schadelijke en misleidende leer die het christelijke geloof verdraait en het evangelie onjuist presenteert. Dieze blog analyseert McGrew’s argumenten tegen het calvinisme en onderzoekt de bredere implicaties van deze theologische discussie.

Calvinisme is een vervorming van het Evangelie

Een van de kernpunten van McGrew’s kritiek is dat het calvinisme een verdraaiing is van de oorspronkelijke christelijke boodschap. Volgens hem presenteert deze leer God als een wezen dat alle gebeurtenissen vooraf heeft bepaald, inclusief kwaad en zonde. Dit is problematisch omdat het een beeld van God schetst als iemand die niet werkelijk rechtvaardig is, maar eerder een meesterplanner van zowel goed als kwaad.

Calvinisten verdedigen hun standpunt vaak met de doctrine van predestinatie, (uitverkiezing) waarbij wordt gesteld dat God vooraf heeft bepaald wie gered zal worden en wie verloren zal gaan. Dit zou betekenen dat sommige mensen gedoemd zijn tot de hel zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen. McGrew verwerpt deze interpretatie als onbijbels en moreel verwerpelijk. Hij stelt dat het evangelie in essentie een boodschap van liefde en redding voor iedereen is, niet alleen voor een selecte groep.

Daarnaast wijst hij op de historische context van het calvinisme. Hij stelt dat veel van de kernconcepten van deze leer, zoals de erfzonde en totale verdorvenheid, niet rechtstreeks uit de Bijbel komen, maar voortkomen uit de leer van Augustinus van Hippo. Deze ideeën, die pas ongeveer 500 jaar na Christus wijdverbreid werden, zouden daarom niet als oorspronkelijke christelijke doctrines mogen worden beschouwd.

Indoctrinatie en het gevaar van tunnelvisie

Een ander belangrijk punt dat McGrew aanhaalt, is hoe het calvinisme zich verspreidt via indoctrinatie, vooral binnen gezinnen en kerken waar eenzijdige theologische opvoeding wordt gegeven. Hij merkt op dat veel jonge calvinisten opgroeien in een omgeving waar alternatieve theologische perspectieven worden genegeerd of zelfs als gevaarlijk worden bestempeld. Hierdoor ontstaat een situatie waarin men ervan overtuigd is de absolute waarheid te bezitten, zonder open te staan voor kritiek of nuance.

Dit leidt volgens McGrew tot een “indoctrinatie-vibe” waarbij gelovigen niet worden aangemoedigd om zelf op zoek te gaan naar waarheid, maar simpelweg de dogma’s aannemen die hen worden geleerd. Hij verwijst in dit kader naar de YouTuber Messenger for Truth, die zichzelf als orthodox christen beschrijft en claimt enkel de oorspronkelijke apostolische leer te volgen. Toch verdedigt hij tegelijkertijd het calvinisme, dat pas vele eeuwen na Christus volledig is ontwikkeld. Dit toont volgens McGrew de interne tegenstrijdigheid van calvinistische theologie: het presenteert zich als puur en bijbels, terwijl het in werkelijkheid veel latere toevoegingen en interpretaties bevat.

Calvinisme als hindernis  voor evangelisatie en geloof

McGrew benadrukt dat het calvinisme niet alleen schadelijk is voor gelovigen, maar ook voor niet-gelovigen die het christendom willen begrijpen. Hij noemt drie manieren waarop calvinisme het geloof ondermijnt:

Foutieve theologie: Calvinisme presenteert God als iemand die de zonde heeft verordineerd en slechts een selecte groep mensen wil redden. Dit is in strijd met de bredere bijbelse boodschap waarin God liefdevol en rechtvaardig is, en redding voor iedereen beschikbaar stelt.

Afschrikking van niet-gelovigen: Wanneer buitenstaanders kennismaken met het calvinisme als representatief voor het christendom, krijgen ze een vertekend beeld van wie God werkelijk is. Velen verwerpen deze versie van het geloof en keren zich volledig af van het christendom, niet omdat ze Jezus afwijzen, maar omdat ze een theologisch systeem zien dat moreel problematisch lijkt.

Valse zekerheid voor calvinistische ‘farizeeërs’: McGrew stelt dat sommige calvinisten zich vasthouden aan een intellectueel systeem zonder een echte relatie met God te hebben. Voor hen is het calvinisme een filosofisch bouwwerk waarin ze zich veilig voelen, maar waarin ze de kern van het geloof – een oprechte band met God – uit het oog verliezen.

Volgens McGrew wordt het calvinisme vaak aantrekkelijk gevonden door mensen die houden van intellectuele uitdaging en complexiteit, maar die daardoor een authentieke en persoonlijke geloofsbeleving missen. Hij waarschuwt dat de theologische structuur van het calvinisme veel ruimte laat voor een rationele benadering van het geloof, zonder dat men werkelijk leeft volgens de leer van Christus.

Getuigenis

Een van de krachtigste argumenten in de video is McGrew’s eigen getuigenis. Hij was jarenlang een calvinist en verdedigde de leer met volle overtuiging, totdat hij zich realiseerde dat het in strijd was met de bijbelse boodschap van liefde en genade. Hij beschrijft hoe moeilijk het was om toe te geven dat hij een verkeerd theologisch systeem had verdedigd, en hoe pijnlijk het besef was dat hij, in zijn oprechte verlangen om God te eren, onbewust een verdraaide versie van het evangelie had verkondigd.

McGrew’s verhaal benadrukt het belang van geloofs zelfreflectie. Hij moedigt anderen aan om kritisch na te denken over de doctrines die zij aanhangen en zich niet blind te staren op traditie of autoriteit. Hij stelt dat ware theologie niet draait om intellectuele coherentie, maar om een oprechte relatie met God.

De kritiek op het calvinisme, zoals geuit door Warren McGrew, is diepgaand en raakt aan fundamentele vragen over de aard van God, genade en menselijke verantwoordelijkheid. Hij betoogt dat het calvinisme een misleidende en schadelijke leer is die een onjuist beeld schetst van Gods karakter en een obstakel vormt voor zowel gelovigen als niet-gelovigen.

Door te wijzen op de historische wortels van het calvinisme, de gevaren van indoctrinatie en de negatieve impact op evangelisatie, maakt McGrew een krachtig pleidooi voor een hernieuwde benadering van het geloof – een die werkelijk recht doet aan de Bijbelse boodschap van liefde en redding voor iedereen.

Is bekering echt zo moeilijk? Een kritische blik op de bevindelijk Gereformeerde traditie

In sommige geloofstradities wordt bekering gezien als een moeizaam en ingrijpend proces. Vooral binnen de bevindelijk gereformeerde kringen leeft het idee dat bekering gepaard gaat met een lange weg van strijd, zelfonderzoek en onzekerheid. Maar is dat wel wat de Bijbel leert? Is bekering echt zo moeilijk als men denkt?

Wat is bekering binnen de traditie?

Binnen de bevindelijk gereformeerde kringen ligt de nadruk sterk op de persoonlijke ervaring van het geloof. Men spreekt over de ‘weg der bekering’, een proces dat verloopt volgens de fases van ellende, verlossing en dankbaarheid. De gedachte hierachter is dat iemand eerst diep moet beseffen hoe zondig hij is (ellende), daarna mag ervaren hoe Christus redt (verlossing), en vervolgens een leven van dankbaarheid leidt.

Veel mensen binnen deze traditie worstelen jarenlang met de vraag of ze wel echt bekeerd zijn. Ze verlangen naar een diepere zekerheid, maar blijven vaak steken in een gevoel van onwaardigheid. Sommigen spreken zelfs over een ‘lange weg’ voordat ze mogen geloven dat Christus ook voor hen gestorven en opgestaan is.

Wat zegt de Bijbel?

Als we naar de Bijbel kijken, zien we een ander beeld. Bekering wordt daar niet gepresenteerd als een langdurig en moeizaam proces, maar als een directe oproep tot verandering. In Handelingen 2:38 zegt Petrus:

 “Bekeert u, en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.”

Dit is een duidelijke, directe oproep. Er wordt geen langdurig proces van worsteling genoemd, maar een onmiddellijke keuze voor Christus.

Jezus zelf zei in Marcus 1:15:

“Bekeert u en gelooft het Evangelie.”

Dit laat zien dat bekering en geloof hand in hand gaan. Het is niet iets wat de mens eerst moet verdienen door een lange periode van zelfonderzoek en ellende, maar een directe roep om zich tot God te keren.

Is bekering moeilijk?

Veel mensen in de bevindelijk gereformeerde traditie ervaren bekering als moeilijk, omdat zij geloven dat het iets is wat hen moet overkomen in plaats van iets waar ze zelf op mogen reageren. Maar de Bijbel laat zien dat bekering niet bedoeld is als een jarenlang gevecht, maar als een eenvoudige daad van gehoorzaamheid aan Gods roepstem.

Denk aan de moordenaar aan het kruis (Lukas 23:42-43). Hij had geen tijd om een lange weg van bekering af te leggen. Hij riep slechts uit:

“Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.”

En Jezus antwoordde direct: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.”

Dit laat zien dat bekering niet ingewikkeld hoeft te zijn. Het is geen kwestie van jarenlange worsteling, maar van het erkennen van Jezus als Redder en het vertrouwen op Zijn Verlossingswerk..

Waarom ervaart men bekering toch als moeilijk?

Het idee dat bekering moeilijk is, komt vaak voort uit menselijke gedachten en tradities. Binnen de bevindelijk gereformeerde kringen wordt bekering vaak gekoppeld aan diepe emoties en bepaalde ervaringen. Wie die ervaringen niet heeft, kan denken dat hij nog niet echt bekeerd is.

Maar de Bijbel leert nergens dat bekering gepaard moet gaan met een specifieke ervaring of bepaalde gevoelens. Het gaat om een bewuste keuze om Christus te volgen. Jezus nodigt ieder mens uit:

“Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven” (Mattheüs 11:28).

De gedachte dat bekering een lang en moeilijk proces is, komt niet uit de Bijbel, maar uit menselijke tradities. De Schrift leert dat bekering een directe oproep is tot geloof in Jezus Christus. Iedereen die zich tot Hem keert, wordt aangenomen.

Dit betekent niet dat er geen geestelijke groei en verdieping nodig is in het geloofsleven. Maar die groei is niet hetzelfde als bekering. Bekering is de eerste stap, niet het eindpunt van een lange weg. Het is de deur die openstaat voor iedereen die Jezus aanneemt als Redder.

Laten we daarom de oproep van de Bijbel serieus nemen en beseffen dat bekering geen onbereikbaar ideaal is, maar een genadegave van God. Vandaag nog kun je, zonder enige vertraging, gehoor geven aan Zijn roep:

 “Bekeert u en gelooft het Evangelie!”

Predestinatie: Voorbestemd of vrij om te kiezen?

Predestinatie is een van de meest complexe en omstreden onderwerpen binnen het
christendom. Heeft de mens een vrije wil, of is alles al door God vastgelegd? Dit vraagstuk
raakt de kern van ons geloof en ons begrip van Gods rechtvaardigheid en liefde. In dit artikel
duiken we dieper in de twee dominante opvattingen over predestinatie: absolute predestinatie
en de predestinatie van omstandigheden.

Wat is absolute predestinatie?

De leer van absolute predestinatie stelt dat alles in het universum, van de kleinste gebeurtenis
tot het eeuwige lot van de mens, door God is voorbestemd. Dit betekent dat sommige mensen
door God zijn gekozen om gered te worden, terwijl anderen zijn voorbestemd om verloren te
gaan, ongeacht hun eigen keuzes.
Dit roept veel vragen op. Als alles al vastligt, wat heeft het dan voor zin om God te zoeken, je best te doen, te
bidden of zelfs evangelie te verkondigen? Als God bepaalt wie gered wordt, heeft menselijke
inspanning dan überhaupt betekenis? Deze doctrine kan leiden tot fatalisme, waarbij mensen
passief worden en hun verantwoordelijkheid ontlopen, onder het mom dat hun daden geen
invloed hebben op hun bestemming.
Bovendien werpt absolute predestinatie een duistere schaduw op Gods rechtvaardigheid.
Waarom zou een liefdevolle en barmhartige God bewust mensen scheppen die geen kans
krijgen op redding? En als al onze gedachten en daden door God zijn bepaald, betekent dat
dan niet dat Hij ook verantwoordelijk is voor het kwaad in de wereld?


De Bijbelse visie: Predestinatie van omstandigheden


Een alternatieve en veel meer Bijbelse visie is die van de predestinatie van omstandigheden.
Volgens deze visie bepaalt God de omstandigheden waarin mensen zich bevinden, zonder hen
te dwingen tot een bepaalde keuze. Hij geeft ieder mens vrije wil om te kiezen tussen goed en
kwaad, tussen geloof en ongeloof.
Denk bijvoorbeeld aan Judas Iskariot. God bepaalde dat hij in de tijd van Jezus zou leven en
een van Zijn discipelen zou worden, maar Hij dwong Judas niet om Jezus te verraden. Evenzo
bepaalde God dat koning Josia en koning Cyrus in specifieke tijden en situaties geboren
zouden worden, zodat zij een rol konden spelen in Zijn plan, maar Hij maakte hen niet per
definitie goed of slecht.
Dit concept erkent Gods soevereiniteit zonder de menselijke verantwoordelijkheid uit te
wissen. God weet van tevoren hoe mensen zullen handelen en plaatst hen in omstandigheden
die passen binnen Zijn goddelijke plan, maar de uiteindelijke keuzes blijven aan de mens zelf.


De rol van vrije wil in de Bijbel


De Bijbel benadrukt voortdurend dat mensen verantwoordelijk zijn voor hun keuzes. Van
Genesis tot Openbaring roept God ons op om ons te bekeren, Hem te gehoorzamen en een
heilig leven te leiden. Waarom zou Hij dat doen als alles al vastligt? Waarom waarschuwt Hij
mensen voor de gevolgen van hun zonden als ze toch geen andere keuze hebben?

Een krachtig bewijs voor de vrije wil vinden we in Jeremia 7:31, waar God spreekt over de
gruwelijke zonden van het volk Israël:


“En zij hebben gebouwd de hoogten van Tofeth, dat in het dal des zoons van Hinnom is, om
hun zonen en hun dochters met vuur te verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in Mijn
hart is opgekomen.”


Dit laat zien dat God menselijke daden niet heeft bepaald. Hij heeft de mens de mogelijkheid
gegeven om zijn eigen keuzes te maken, inclusief verkeerde keuzes. Dit bewijst dat de
menselijke wil echt vrij is en dat God ons niet dwingt tot zonde of gehoorzaamheid.


Waarom is deze waarheid belangrijk?


Het begrijpen van de juiste visie op predestinatie is cruciaal, omdat een verkeerde opvatting
desastreuze gevolgen kan hebben. Als mensen geloven dat alles al vastligt en dat hun keuzes
geen verschil maken, leidt dit tot een passieve en onverantwoordelijke houding. Ze kunnen
nalaten om zich te bekeren, te evangeliseren of zelfs moreel goed te handelen, onder het
voorwendsel dat God alles al heeft bepaald.
De doctrine van absolute predestinatie kan ook leiden tot een verkeerde voorstelling van God.
Het schildert Hem als een wrede en willekeurige rechter die sommige mensen genadeloos aan
hun lot overlaat, terwijl anderen zonder hun wil gered worden. Dit staat haaks op het beeld
van God dat de Bijbel schetst: een liefdevolle Vader die wil dat iedereen tot bekering komt (2
Petrus 3:9).
De predestinatie van omstandigheden biedt daarentegen een veel evenwichtigere en Bijbelse
kijk op Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid. God leidt de wereld, maar
Hij dwingt niemand tot redding of verdoemenis. Hij roept ons op om Hem te zoeken, te
gehoorzamen en in Hem te geloven – een keuze die ons toebehoort en die echte betekenis
heeft.

Samengevat 


Predestinatie is een diepgaand en complex onderwerp, maar de Bijbel biedt ons duidelijkheid.
Absolute predestinatie, waarin God alles bepaalt en de mens geen vrije wil heeft, leidt tot
morele passiviteit en een verkeerd beeld van God. De Bijbel leert ons echter dat God de
omstandigheden van de mens bepaalt, maar hem vrij laat in zijn keuzes.
Deze waarheid heeft grote implicaties voor ons dagelijks leven. We zijn niet slechts pionnen
in een kosmisch schaakspel, maar we hebben de verantwoordelijkheid om te kiezen voor God,
om goed te doen en om het evangelie uit te dragen. Onze keuzes hebben betekenis, en God
roept ons op om Hem met heel ons hart, onze ziel en ons verstand te volgen.
Laten we daarom leven in het besef dat onze keuzes ertoe doen, en dat God een liefdevolle
Vader is die ons uitnodigt om vrijwillig voor Hem te kiezen.

Calvinisme en Islam: predestinatie en uitverkiezing

Overeenkomsten

Predestinatie (uitverkiezing, voorbestemming) is een concept dat zowel in de islam als in het calvinisme een centrale rol speelt. Beide tradities benadrukken dat God soeverein is en dat alles wat gebeurt, binnen Zijn wil valt. Dit roept de vraag op of mensen werkelijk vrije keuzes maken of slechts handelen volgens een vooraf bepaald plan. Hoewel de islam en het calvinisme verschillende geloofssystemen zijn, vertonen hun opvattingen over voorbestemming opmerkelijke overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen.

Vastgelegd in de Islam

In de islam wordt predestinatie gezien als een goddelijk besluit dat al vastligt in de ‘Bewaarde Tablet’ lang voordat iemand geboren wordt. Alles, van iemands levensloop tot zijn uiteindelijke bestemming in het Paradijs of de Hel, is volgens deze leer door God voorbeschikt. In sommige islamitische overleveringen wordt beschreven hoe een engel, nog voor de geboorte, opschrijft welke daden iemand zal verrichten en waar hij uiteindelijk zal eindigen. Dit lijkt de idee van vrije wil te ondermijnen, hoewel de islam tegelijkertijd leert dat mensen verantwoordelijk worden gehouden voor hun keuzes.

Voorbestemd in het Calvinisme

In het calvinisme wordt eveneens gesteld dat God bij de schepping al heeft bepaald wie gered zal worden en wie niet. Volgens de leer van de dubbele predestinatie zijn sommigen uitverkoren tot eeuwige zaligheid, terwijl anderen voorbestemd zijn voor verwerping. Deze beslissing is volledig gebaseerd op Gods willekeur, en niet op menselijke daden of verdiensten. Dit betekent dat iemand niet door eigen inspanningen tot geloof kan komen, maar uitsluitend kan worden gered als hij of zij behoort tot de uitverkorenen. Net als in de islam roept dit spanningen op tussen Gods absolute soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid.

Cruciaal verschil

Ondanks deze overeenkomsten is er een cruciaal verschil tussen beide tradities. In het calvinisme speelt de dood en opstanding van Jezus Christus een essentiële rol in de redding, terwijl de islam geen verzoeningsleer kent waarin iemands zonden worden vergeven door een offer. In de islam wordt een persoon uiteindelijk beoordeeld op basis van Gods genade én zijn daden, terwijl in het calvinisme menselijke werken geen invloed hebben op iemands uiteindelijke bestemming. Een ander belangrijk verschil is dat de islam de erfzonde verwerpt en leert dat mensen in een natuurlijke staat van overgave aan God worden geboren, terwijl in het calvinisme wordt onderwezen dat alle mensen in zonde worden geboren en zonder Gods tussenkomst verloren zijn.

Niet ontrafeld

Hoewel beide tradities worstelen met de spanning tussen goddelijke voorbeschikking en menselijke verantwoordelijkheid, komt het uiteindelijk neer op dezelfde fundamentele vraag: ligt ons lot van tevoren vast, of hebben we zelf invloed op onze uiteindelijke bestemming? Zowel binnen de islam als in het calvinisme blijft dit een mysterie dat gelovigen al eeuwenlang gevangen houdt en dat zonder externe informatie niet ontrafeld kan worden.